I
50 JAAR Beschermd Dorpsgezicht
v«
g<
w
p<
h<
la
ze
m
ve
°F
aa
b«
g«
N;
te
de
oi
er
st.
m
he
hi
Van Amsterdam naar De Rijp
De 'schuur' achter het woonhuis in de jaren zestig
Vi
36
Op 5 juni jl. organiseerde Landschap Noord-Holland en stichting Adapt een avond in de
Groene Zwaan. Maja de Herder, partner van architect (in ruste) Cornells de Jong, vertelde die
avond over 50 jaar Beschermd Dorpsgezicht. De redactie was hier helaas niet bij, maar heeft
wel toestemming gekregen het verhaal op te tekenen in de Kroniek.
Ik was in 1970 nog getrouwd met de in
Rusland geboren, en in Mexico opgegroei
de kunstschilder Luis Fileer. Hij heeft de
wandschilderingen hier in het kerkje ge
maakt. Later heb ik 40 jaar met architect
Cornelis de Jong in een stolpboerderij in
de Beemster gewoond. Cor was een van
de mensen die hebben voorkomen dat
dit kerkje gesloopt werd om plaats te ma
ken voor parkeerplaatsen. Maar Cornelis
verblijft nu al 4.5 jaar in een verpleeghuis,
onze boerderij staat te koop en ik woon
sinds 1.5 jaar weer in De Rijp.
Hoe ik in De Rijp verzeilde? Ik woonde met
mijn kunstschilder en onze kleine doch
ter Nadja in Amsterdam in de Haarlem-
bi
voor 15000 gulden
te koop stond in De
Rijp. Wij zouden er
misschien een woon
huis van kunnen ma
ken. Zij kenden een
architect in De Rijp
die wel een verbou-
wingsplan voor ons
kon maken, en dat
was Cornelis de Jong.
De schuur stond aan
het Oosteinde, ach
ter een woonhuis
waarin vroeger ook
een winkeltje ge
weest was. Op de
zijmuur stond nog
'Koloniale en grutterswaren', geschreven.
De vroegere eigenaar had de bijnaam 'Ko
kende snert', vanwege zijn gepruttel en
zijn altijd aanwezige snotpegel. De schuur
stond bekend als de 'Grutterij van Geer-
ke'. In de topgevel zaten duivengaten. De
muren waren van gepotdekselde planken
waardoor een wingerd naar binnen groei
de. Op de begane grond was een tredmo
len geweest, waar paarden rondjes liepen
om graan te malen. Je kon de uitgesleten
cirkel in de houten vloer nog zien en ach
terin was een paardenstal. Her en der lagen
nog een molensteen en houten molenwie-
len. De verdiepingsvloer bestond uit hele
mer Houttuinen, een afbraakbuurt. Ons
deel van de straat zou worden gesloopt
om plaats te maken voor nieuwbouw. Wij
hadden een kleine erfenis gekregen en
vrienden wisten van een grote schuur die