I ,Al
40
het eiland geraken. Alleen in de winter als
het ijs dik genoeg is, worden er planken
over de Markervaart, op het ijs, gelegd zo
dat de bewoners met de benenwagen de
vaste wal kunnen bereiken. Op de overige
locaties waar ponten waren, kon je ook op
een andere manier de overzijde bereiken,
al vergde dat wel een, soms lange, omweg.
Het huidige pont heeft, vooral in het week
einde, ruime vaartijden. In de tijd van de
kabelpont was dat anders. De bewoners
hadden toen ook bijna allemaal een ei
gen schuitje. Dat was ook makkelijk als de
jeugd ging stappen, die namen een eigen
bootje mee naar de Starnmee-kant en
hoopte dan dat deze er nog zou liggen als
je 's avonds laat (of 's morgens vroeg) thuis
kwam.
De bootjes werden niet op slot gelegd en
dus kon iedereen die naar huis wilde op De
Woude een willekeurig bootje pakken. Dat
gebeurde dan ook met enige regelmaat. Ik
kan me een paar keer herinneren dat toen
ik met wat toen mijn vriendin (later mijn
vrouw) terugkwam en zij naar huis wil
de (haar ouders woonden op De Woude)
er geen bootje meer lag. Op het slipje na
gingen de kleren uit en er werd naar het
eiland gezwommen. Aldaar werd een niet
op slot liggend bootje gepakt en daarmee
kwam ze dan weer naar de Starnmeer-zij-
de roeien om haar kleren op te halen. Met
dat bootje ging ze dan inclusief haar kleren
weer retour naar De Woude. Het zal waar
schijnlijk zomer geweest zijn en ik bleef kij
ken of het allemaal wel goed ging. Veilig
heid zal niet de enige reden geweest zijn
waarom ik bleef kijken.
V
c
h
C
f
je
zi
R
(f
e
D
K
h
a.
L,
te
is
Vi
d’
Hef pontje van De Woude