I
I j
V
46
darten, ik kijk alles. Met computers en derge
lijke heb ik niks. Ik heb geen mobiele telefoon
en hoef ook geen een..'.
\Ne schakelen ineens naadloos over op het
geloof. 'Daar heb ik nooit moeite mee gehad.
Al als kind zijnde interesseerde het me niets.
Alle vrienden waar ik mee optrok, een Prak
Smit, Jan van Etten, Jan Mul, Siem Borst, wa
ren allemaal katholiek. Vroeger, met dat ge
doe er omheen, dat je niet met elkaar mocht
omgaan, ik vond dat zo kinderachtig....'
Tegen padre Luis Weel zei hij laatst: ‘Mijn
geloof... daar heb jij nog nooit van gehoord'.
De padre, toch niet de eerste de beste op
dit gebied, keek wel enigszins vreemd op
toen Zomerdijk aangaf 'Nederlands mis
vormd' te zijn'.
D
V'
zi
n
t(
g
h
ir
d
w
'r
II
'j
C
k
Het gesprek komt ook nog even op het
café aan het Oosteinde dat ja
renlang door de vader van Toon
Zomerdijk werd uitgebaat. Na
dat het ten laste van Jacob Post
openbaar werd verkocht en tot
een paar jaar na de oorlog als dis
tributiepunt was ingericht, kocht
Cor Zomerdijk het. Toon en zijn
zusters hielpen met kermissen
e.d., maar voor de rest was het zijn
moeder die het café bestierde.
Zijn vader was immers schipper
bij Visser aan de Kralingergracht
en was de hele week van huis.
Ondertussen waren er uitvoerin
gen van de gymvereniging, Flora-
lia, toneel, en noem maar op. Het
is evengoed nog wonderbaarlijk
dat ze het tot 1963 hebben uitge
houden in dat café.
Doordat ons vragenlijstje niet
echt chronologisch gerangschikt
is, raakt het gesprek een beetje
van de hak op de tak. We krijgen
het over vissen, dat Zomerdijk
ook dertig jaar gedaan heeft. Hij
is nog steeds lid van De Hen
gelaar, en vermoedt het oudste
lid te zijn. Zeevissen op het wad
deed hij ook veel. Niet vanuit een
boot, maar met een waadpak de
zee inlopen met een pierenbakje om z'n
nek. Vissen doet hij tegenwoordig ook
niet meer. De kanten zij 'm te hoog en hij
is geen zittende visser. Lopen is trouwens
iets wat hem steeds slechter af gaat.
Tijdens zijn werk is hij eens van dertien me-
1