l< z Hobby's 44 Door Dirk Appel - die volgens Zomerdijk 'een hele beste schaker' was - kwamen we bij zijn eigen hobby's. Nee, schaken deed hij niet, wel dammen. Hij vertelt: 'Er was een damtoernooi in De Rijp en ik was elfjaar. Mijn vader ging er heen, samen met Piet Vil ten, Jaap Houtman en Harm Schepers, maar ik mocht niet meedoen, want het was niet voor kinderen. M'n vader zegt zo: 'hij kan al pittig dammen, hoor'. Dus ik meedoen, en kampioen worden. Ik won een zilveren siga rettenkoker, maar als elfjarige mocht ik die niet aanpakken. Ik kreeg toen wat anders..'. Dat dammen zat hem kennelijk in de ge nen, want hij gaat verder: ‘Mijn grootvader vertegenwoordigde Nederland, samen met de beroemde Beemster dammer Aris de Heer, op toernooien in Frankrijk en Duitsland. Ook tuinsteden van Amsterdam, als Osdorp. Het was alles nieuwbouw wat de klok sloeg. Hij heeft het jaren gedaan, maar kreeg later last van zijn arm. Stenen metselen werd op den duur B2-blokken metselen, en het for maat hiervan was alleen maar groeiende. Zomerdijk hierover: 'Vooral 'over de draad' metselen was een regelrechte aanslag op je armen en rug'. Het was halverwege de jaren zeventig van de vorige eeuw toen hij het voor gezien hield in de metselarij. Samen met Bora de Boer nam nam hij in 1975 zaagselhandel Van der Meulen in Purmerend over. Later vestigden ze zich in een van de ABC-hut- ten op Graft. In het kader van hoor en we derhoor belt Fred later nog even naar Bora de Boer. 'Toon en ik waren zeer fijne hout bewerkers', zegt Bora. Fred kan wel lachen om dit doordenkertje Ja, zaagsel...dat is inderdaad zeer fijn hout.... In 1989, Toon Zomerdijk was toen 64, ging hij met pensioen. Toon Zomerdijk had nog een tweede hob by waar hij op z'n zachtst gezegd aardig in mee kon komen, en dat was biljarten. Ook weer een genen-kwestie, want zijn vader was ook zeer behendig met de keu, en Cor Zomerdijk, de zoon van Toon, kan er ook wat van. In de jaren zeventig ging het er behoorlijk fanatiek aan toe en speelde hij voor het Nederlands kampioenschap drie banden. In De Rijp was geen concurrentie en geen club meer, dus week hij uit naar biljartvereniging 'De Onderneming in Den lip. Nederlands kampioen is hij nooit geworden, al scheelde het niet veel. mijn ome Willem was een sterke dammer..'. Op de vraag of hij nog steeds damt is het antwoord ontkennend. 'Ik heb vanaf mijn vijftiende niet echt meer gedamd, die oorlog kwam ertussen, hè... en daarna was er echt niet meteen weer een damclub. Wat ik nog wel een enkele keer doe, is partijen naspelen uit een boek'. Ondanks dat er beneden een biljart staat, is Zomerdijk er zelden op te vinden. Met weinig tegenstand van bv. medebewoners is er voor hem niet zo veel aan. Fred vraagt of hij een beetje tegen zijn ver lies kan. Zomerdijk kijkt ons aan en zegt F k V tl b g D J< t( si E a je g b d o* 9' 9' Ei vi Vi Later, toen hij zich in De Rijp aansloot bij biljartvereniging SVA (Stadhuis van Am sterdam), ging het hem meer om het spel letje dan om de prijzen. Bij uittoernooien vergat hij soms de V prijs mee naar huis te nemen. 'Ik was de tuin een keer aan het omspitten en toen vond ik de medailles in de grond; hadden die kinderen mee gespeeld', zegt hij droogjes Een vuilniszak vol trofee ën ging met de vuilnisman mee toen hij verkaste naar de Mieuwijdt. 'Waar moet ik het laten hier?', vraagt hij zich hardop af, terwijl hij het kamertje in de rondte kijkt.

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2018 | | pagina 44