OOK ZOO TEVREDEN lij De oorlog cfc c-* art 41 Hij werd geboren op het Oosteinde in De Rijp, achter no. 22-24, en in 1935 verhuisde het gezin naar Rechtestraat 3, de woning tegenover de Lutherse kerk. Zomerdijk vertelt: 'Ik heb daar jaren op de zondagsschool gelopen, want vroeger was het zo, als je niet 'aangenomen' was, je het moei lijk zou krijgen om later een baan te vin den. Eenmaal je belijdenis gedaan, dan was je een stuk op voor'. Toon Zomerdijk werd vijftien in het jaar dat de Tweede Wereldoorlog uitbrak. Een 'rotleeftijd', want weldra kwam hij in het zicht van de Rijksarbeidsdienst, ook wel Arbeitseinsatz genoemd. In 1943 plofte er ook een 'uitnodiging' bij huize Zomerdijk op de mat. Er gingen in die tijd veel wilde verhalen in de rondte. Van'vluchters'zou- (1921) en Gré (1923). In 1925 kwam Toon ter wereld en als laatste, in 1931, Cees. Van die zes kinderen is alleen Toon nog over. Het was in de tijd dat in De Rijp de NSB'er Jan Breman tegen een kogel opliep. Dit nieuws drong ook door in Wierden en Toon Zomerdijk dacht hierin een uitweg te zien. ‘Ik liet die 'roverhoofdman' daar geloven dat ik dezelfde sympathieën had als hij en ook dat ik Breman goed kende. En dan wil je na tuurlijk op gepaste wijze afscheid nemen.... Met de trein vertrok ik, om uiteindelijk 's avonds laat in De Rijp aan te komen'. Ik ging eigenlijk met het idee om niet meer terug te gaan, maar in het licht van die re presailles durfde ik het uiteindelijk toch niet aan’. Bij terugkomst in Wierden bleek die rover hoofdman niet helemaal op zijn achter hoofd gevallen. Hij testte Toon Zomerdijk. Als deze werkelijk affiniteit met de NSB had gehad, zou hij ook zeker het rune-symbool de Wolfsangel (lijkt als twee druppels wa ter op het wapen van Purmerend) hebben kunnen benoemen. Hij kon dit echter niet, waardoor hij door de mand viel. 'Hij wist dat ik 'm belazerd had, voegt Zo den de vader en moeder opgehaald worden, en net zolang worden vast gehouden totdat zoonlief weer op zou komen dagen. Toon Zomerdijk wilde dat niet gokken en ging daarom maar. Hij kwam in een kamp terecht in het Overijsselse Wierden. Van daaruit kre gen ze soms 'taken' in de omgeving. Toen in oktober 1943 Enschede werd gebombardeerd werd kamp Wierden uitgezonden om lijken te ruimen. ‘Het was gruwelijk', vertelt Zomerdijk ‘die geur van verbrand vlees, ik heb er maan den last van gehad...' Toon Zomerdijk zal gedacht hebben bij deze poster: 'Veel plezier daar, maar, ik ga niet....' ek de ler a- 'ig 3 - 4ALEM emerkungei AN VROL es ?n lie ia >P li- or Je et Ik. >s- MELDT U AAN BU IBEIDSBUREAU

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2018 | | pagina 41