ff Naar de Kogerpolder Zicht op Kogerpolder vanuit het oosten. Rechts de lantaarn van de vlotbrug 19 Si: 'erbrug bij rtbrug, die Scherme- bleek? Een est. Reden spoeden, lerhoud'. ?n Eind' is, s in twee rn Molen ronde het Het was 1956 toen er een brugwachter bij de vlotbrug van de Kogerpolder werd ge vraagd. Janus Schrama bedacht zich geen seconde. Alleen al voor de huisvesting zouden ze het doen. De brugwachters- had bij Rijkswaterstaat, zat Janus 'dicht bij het vuur'. Toen men bij de draaibrug van Spijkerboor personeel vroegen, was Schrama eerste keus, en met de onbewoonbaar verklaring van de woning aan het Verloren Eind, ver trokken Janus en Vook naar de Starnmeer, waar zij in een huisje aan de Vuurlijn, rich ting Oost-Knollendam kwamen te wonen. huis op de noord-westpunt van de Koger polder. Janus en Vook kregen de woning naast de school, maar deze woning werd al snel gesloopt, omdat deze precies in het tracé van de aan te leggen brug lag. Echter, toen Jan Wiedijk als brugwachter vertrok naar de sluis van Purmerend, kwam zijn woning aan de Alkmaardermeer-kant vrij. I n woning was een Rijkswoning, dus degelijk en goed onderhouden. Vook Schrama zei hierover: "Wat woning betreft kwamen we van de hel in de hemel". De bebouwing op Kogerpolder bestond uit het voormalige schooltje, de onderwij- zerswoning en drie panden waar de brug wachters in gevestigd waren. De hoofd brugwachter was Boon. Hij woonde in het ft te vlaggen op zondag en je mocht ook geen klomp aan een touwtje voor de neus van een schipper hangen voor een fooitje. Dit laat ste deden we toch, want ja, alle inkomsten waren meegenomen. We hadden op 'n end zelfs kostgangers; mannen die begonnen met het werk aan de brug waren bij ons in huis. Want ja, het was geen wereld baan, je vongen niet zo veul, maar je had wel vrij-wo- Brugwachter werd je niet zomaar in die tijd, daar werd je officieel voor beëdigd. Janus Schrama vertelt: "Voor die beëdiging moest ik samen met Meindert Westerhof en Cor Visser naar Amsterdam, naarde Willems- sluizen. Enige vorm van scholing was er niet bij, je kreeg er alleen te horen wat wel, en wat niet mocht. Zo was het verboden te vloeken, 11 i wel iets De vaste uiddijk zo ster inge- n worden, helemaal ifbeelding verbin- was vanaf >ren Eind en draai- uitkwam eest oos- untje van ?rhop, zeg ar nu de ^en van t. heette het i Rijkswa- was de ?r. Draai- hadden hters, en Gerbrand /as dat op ma reed in 3p van Am- die Visser Ma - '-i. s. Si’. :;S-. V 4» M TT-r, J 'r«. rA’ IJ Ni v ’'v - 1 OW i

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2017 | | pagina 19