Het Greenwich-tableau
5
■A
o
0
Ltlf
maar keiharde bewijzen zijn daar niet voor.
Samenvattend kunnen we weer terug naar
de eerste zin van deze alinea. Het sierde
ooit een wand in een pand in De Rijp, maar
waar precies weten we niet.
bleek een onoverkomelijk bedrag voor het
museum, en dus men moest het aan 'een
bekende Amsterdamse antiquair laten'.
Via die Mosel en Sir Caird raakte het dus in
Londen, en niet veel later voor de Rijpers
op pagina honderd van het Grote Vergeet
boek.
W
n het verle
en. Slimme
artefacten
i rijft in zijn
verwisselde
isterdamse
Eelco M.
‘I verkocht
Ons archief bevat veel afbeeldingen van
tegeltableaus, en die van Greenwich ont
breekt dan ook niet. Op één van die afbeel
dingen staat op de achterkant geschreven:
'Tegelstuk uit De Rijp, geveild bij veilinghuis
Fred. Mueller - is naar Amerika verkocht'.
Een feitje dat kennelijk bekend was aan de
(onbekende) toenmalige schrijver, maar
een verdere onderbouwing of een hoe en
waarom, ontbreekt.
Het is mooi, maar tegelijkertijd ook ver
velend te moeten constateren dat door
een simpel mailtje aan het museum in
Greenwich deze bij ons in het museum
gevonden beschrijving
kan worden ontkracht.
Een beetje een klok-en-
klepel-verhaal, waarbij
voetstoots is aangeno
men dat wat men er
over hoorde ook klopte.
een wal-
vees een
t dit niet
<ele signi-
reken van
ijk minder
zijn zelfs
g makke
er tableau
eken over
>er(Rech-
kan zijn,
:T -
BI
Want wat is het geval?
Ondergetekende heeft
naar aanleiding van
dit artikel contact ge
had met onze huis-ar-
cheoloog Pieter Floore.
Door een schrijven van
hem aan het museum
in Greenwich, heeft hij enkele interessan
te feiten op weten te diepen. Uit het ant
woord van Londen blijkt noch veilinghuis
Fred. Mueller, noch Amerika voor te ko
men. Zij hebben het over sir James Caird,
die het paneel van een zekere S.E. Mosel
uit Amsterdam kocht, via het bekende
Londense veilinghuis Spink Son.
Van die S.E. Mosel weten we niets, maar
het museum was zo vriendelijk om de an
dere naam - die van schenker James Caird
- nader toe te lichten. Die Caird was een
steenrijke, Engelse zgn. baronet (vandaar
sir) die het als zijn levenstaak zag om al
les wat te maken had met de Britse mari
nevloot of Britse scheepvaart in het alge
meen, te conserveren en/of te bewaren.
Wellicht werd hij in de loop der tijd wat
minder kieskeurig. Groot-Brittannië staat
niet bepaald bekend als walvisvaartnatie,
maar naar het zich laat aanzien trok sir
Caird zijn portemonnee zodra hij iets zag
dat op masten en zeildoek leek.
In De Rijp maakte men indirect ook kennis
met diezelfde dikke portemonnee. In De
Drie Meren van 16 april 1938 valt te lezen
dat het in eerste instantie werd aangebo
den aan het pas geopende Rijper museum.
Er stond zelfs een prijs bij: 775 gulden. Het
DE RIJP iyaar wij vernemen is hel tegel}-
tableau, voorstellendc de Rijpers Ier walvischvangsl,
en dal men hier ter plaatse gaarne in het Museum
een eereplaats had gegeven, voor f775.— in eigen
dom overgegaan aan een békend antiquair in Am
sterdam.
Ging dit dus het Museumbestuur voorbij, een an
der voordeel had hct/te boeken, De Groot-Noofd-
Hollandsche schonk een. bedrag van flOO.— als bij
drage in de oprichtingskosten van het Oudheidkun
dig Genootschap.
Hel bestuur hoopt nu ook op stcud van alle in
gezetenen. hetzij in geld, hetzij in het afstaan of
in bruikleen geven van voorwerpen, welke een
plaatsje in hel Museum waard zijn.
4' N
SI
a;
MB
ra*»;?
'V.
I
i
V4
’•'F
I
.-X"
■Ij
I
I
i
f
0.
?4 VK Ji. -•*?»> *A ƒ-?
X
1
I
t
-
f J I
B
«Ml
J 1
I'
11
1
a.^
I
a
I
i 1.
w *ti 1—ai-1 <r
I
la
ia
BsMIiB
1011
f a
I
l
■BB
M v*
vQ
I
I
1