I Vrienden van het Huisje 36 Al snel vorderde de reconstructie en daar mee drong zich ook de vraag op hoe in het onderhoud van het huisje kon worden voorzien. Het moest in ieder geval het wo nen en leven in Schermerhorn tonen. Het moest vooral laagdrempelig zijn en bezoe kers moesten zich er direct thuis voelen. Aanschuiven aan de tafel en als de koffie pot op tafel stond een kop koffie meedrin ken met de vrijwilliger, dat was - en is - het devies. Maar bracht dat wel genoeg geld in het laatje? Het antwoord laat zich raden: niet dus. Na diepgravende discussies werd besloten om vrienden te gaan werven. Als vriend mocht je het huisje dan één dag per jaar "bewonen", en met de roeiboot de Ei- landspolder in roeien. Kan je zomaar in goed vertrouwen de sleu- Van alle kanten werd hulp aangeboden. En dan wordt ervaren waar Schermerhorn sterk in is: met z'n allen de schouders er onder en vooral creatief zijn in het orga niseren van van alles en nog wat. En het bleef niet bij hulp alleen; ook tafels, stoe len, serviesgoed, petroleumtoestellen en heel veel meer spulletjes werd spontaan aangeboden. Dat werd natuurlijk in dank aanvaard, maar er was wel één criterium: als het maar de sobere uitstraling had, die bij een huisje uit die periode past. Eén van de doelen van het huisje is het laten zien hoe het leven in Schermerhorn eraan toeging, dus ook het leven in het 'Kleinste Huisje'zelf. En bij wie kunnen we beter te raden gaan dan bij iemand die er zelf in heeft gewoond? Dochter Em (Imme- tje Catharina) vertelde uitvoerig over het wonen in "villa De Wolkenkrabber", zoals zij het huisje noemde: "Wij, Jan en ik, sliepen in de bedsteden. Eerst in de krib, later in de bedstee zelf. Jan lag aan de voorkant en ik in de achterste bedstee. Als het onweerde kropen we bij elkaar. Dat gaf een veiliger gevoel. Vader en moeder sliepen in de "aanbouw", waar nu de expositieruimte is. Er zat een wand tussen de keuken en de slaapkamer. Daar kon net een tweepersoons bed staan. De kleren, die niet direct nodig waren, la gen in de kast tussen de twee bedsteden en op zolder. De hangkleren hingen aan het voeteneind van het ouderlijk bed. De zolder stelde trouwens niet veel voor: panlatten, riet en pannen. Er lagen kleden om de elektrische leidingen te beschermen. In de zomer werd er op drie oliestellen in de schuur gekookt, 's winters op de kachel. Het eten was meestal eenvoudig. Aardappelen waren er altijd, daarbij at je de groenten van het seizoen en af en toe een stukje vlees. 's Zomers zat de familie niet in de kamer, maar in de keuken. Er stond een tafeltje met een paar stoelen. Zo keken we op de nieuwe (Provinciale) weg. En dat vonden we nog leuk I I I den werd vernield. De daarop volgende re- tel afgeven? Hoe gaan onze vrienden met constructie bood evenwel de mogelijkheid de spulletjes om? Al jaren komen vrienden om de stenen voorgevel en linkerzijgevel de sleutel opdiepen uit de vuilnisbak voor terug te brengen naar de oorspronkelijke het huis op Zuidje 2. En in 25 jaar zijn we houten gevel. Het balkhout en de bijzon- niet één keer teleurgesteld en blijven de dere vloer- en zolderdelen zijn afkomstig kunstwerken van onze exposanten keurig van het net gesloopte huisje van de familie netjes hangen. Zo kan het dus nog altijd in P. Los. Deze vloer- en zolderdelen lopen ons dorp. iets taps en behielden dus de vorm van de boomstammen, waaruit deze gezaagd Dochter Immetje vertelt waren. I T 1 1 I I I 1 I I R. f5 ■I 'I I I I I shhiisqbh 5 I 1 K 1 <..V2rc f r I Lj 1’ I r k r I 4 'WWW

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2017 | | pagina 36