De steen op no. 40 51 ft wordt 'an hun ijfplaat- :en, het jen aan >en in Rech- Betje Het is i; 'een of wit /lanier des, ielyke men- korte m op m aan n ein- er zijn Wolff ?r haar n bui- averlij- Busse- Deken, orden, ir liefst Op 16 an van jp voor vorden ,ever- acht en sd naar loor de >ltooid, hort". jA I I "V weergegeven Van september 1777 tot aan mei 1782 bewoonden de vrouwen achtereenvolgens twee nabijgelegen huizen in de Rechtestraat. In 1913 schrijft een van hun biografen, Johanna W.A. Naber, dat Deken en Wolff woonden in het huis dat op dat moment eigendom was de Heeren Regenten van het Doopsge zinde Weeshuis in de Rijp. In 1913 was dit huis genummerd no. 85, tegenwoordig is dit Rechtestraat 40. In de gevel tussen de beide ramen is een eenvoudige steen met een ingegraveerde tekst aangebracht, volgens Naber door de Regenten. De tekst luidt: Hier woonden Elizabeth Wolff en Aagje Deken, 1777-1781Tegenwoordig zijn de namen ver guld maar of dit altijd zo was, is niet bekend. Herman Meddens geeft aan dat het schrijvershuis in het huis met de steen (nr. 40) ge zocht moet worden. Wel geeft hij aan dat hier het boek over Sara Burgerhart moet zijn geschreven en noemt de hoofdfiguren. RJ. Buijnsters beschrijft in 1984 aan de hand van een foto van A. Blaauw uit 1884 dat de schrijfsters eerst woonden op Rechtestraat 36 (van 1778 tot 1780) en vervolgens aan Rechtestraat 40 (van 1780 tot 1782). Op deze foto is de herdenkingsteen nog niet te zien. De steen is geplaatst in oktober 1887, ter ere van wat is onbekend. Cornelis de Jong vermeldt in 1991 dat nr. 40 van 1778 tot 1780 door de dames bewoond werd. Volgens hem is nr. 36 bewoond van 1780 tot 1782. Het wordt er niet duidelijker op. Opmerkelijk is dat op de kadastrale minuut van 1832, Rechtestraat 36 (Gem. De Ryp, sec- tie B, kadastr.nr. 157) aanmerkelijk kleiner h van oppervlakte is A wee ra ea even dan Rechtestraat 40 (ka dastr.nr. 155). Eige naren van nr. 155, huis, pakhuis en erf, waren Cor- nelis Jantjes en ■k Tames Bijleveld, kooplieden uit De Rijp. Van nr. 157, huis, pakhuis en erf, was de eigenaar A.G. Brocx, zonder professie. Een relatie met het Doopsgezinde weeshuis is er in het begin van de 19e eeuw voor beide huizen zeker nog niet. Eveneens is de connectie met de nazaten van Carman niet meer aanwezig. In de lijst van eigenaren die bij de kadastrale minuut hoort, ontbreekt de naam Carman of Karre- mans zoals hij een enkele keer in een brief genoemd wordt. Familie zal zo'n dertig jaar na het overlijden van Carman niet meer in het dorp aanwezig zijn. In een volgende bijdrage zal ik proberen om iets meer over de juiste woningen van de beide schrijfsters duidelijk te maken. Het lijkt mij niet meer dan juist om de locatie waar de belangrijkste roman van de 18e eeuw werd geschreven beter in kaart te brengen. 'WW t Ifili hru ^^3 •w;i t 1 -5£i L 'V>r '4 r‘2 •J B b7iv4>«<i!ibop ML; V A i HI 11 W - a u ,’VvS k’-'ASStA-'i--' KT*- - H .1 V fr' --•i 1 j JI rj? i w till II I I I I *1 I ■Hi!., nil ■K^k JSC. >v/ v -.<* 1 wM VI m\ A A/

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2017 | | pagina 51