De schrijvershuizen in de Rechtestraat 50 ^<1 fap De ni< va m< he In be de Vai nal In in zin Re inc wc gu He zo< ge RJ. de Re De Co we He Op Maar welk huis is nu het bewuste arbeidershuisje van Carman? Rechtestraat 40 wordt over het algemeen aangewezen als het huis waar de vrouwen het grootste deel van hun tijd hebben doorgebracht. Ik heb geen uitputtend onderzoek naar de juiste verblijfplaat sen gedaan. Onderstaande gegevens zijn die waar ik direct over kon beschikken, het beeld dat daaruit oprijst maakt het niet eenvoudig om met zekerheid de woningen aan te wijzen. Na ruim vier en een halfjaar kwam aan hun verblijf in de Rechtestraat een ein de. De omstandigheden waaronder zijn ronduit fortuinlijk te noemen. Betje Wolff had zich wel eens uitgesproken over haar droom om samen met Aagje een bui tentje te betrekken, maar door het overlij den van de rijke vrijgezel Hendrik Busse- rus, een goede kennis van Aagje Deken, kon dit opeens verwezenlijkt worden. Busserus had in zijn testament maar liefst fl. 13.000,- toebedeeld aan Deken. Op 16 maart 1782 konden zij ten overstaan van notaris Gerrit van der Jagt in De Rijp voor de somma van fl. 6.500,- eigenaar worden van het buitenje "Lommerlust" in Bever wijk. Op 29 april volgde de overdracht en kort daarop moeten zij zijn verhuisd naar Beverwijk. Tussen de boedel die door de verhuizers in kisten werd geladen bevond zich een van de grootste schatten: een voltooid, maar nog niet gereviseerd manuscript van de" Historie van mejuffrouw Sara Burgerhart". De pastorie in de Beemster was in feite het eerste huis waarin de beide vrouwen samen woonden, hoewel na het overlijden van de predikant duidelijk was dat het huis op korte termijn weer opgeleverd diende te worden. De erfenis bood echter wat ruimte om op zoek te gaan naar een ander, wat bescheidener onderkomen. Een van de executeurs van de erfenis van Adriaan Wolff was Pieter Carman, schepen in De Rijp. Carman (30 maart 1698 - 1 januari 1782) bezat een arbeidershuisje in de Rech testraat. Hij bood dit huisje aan Wolff en Deken te huur aan. Van haar vader krijgt Betje nog fl. 300,-, bovendien komt er ook nog wat geld van het Beemster kerkbestuur. Het is voldoende om het huis mooi in te richten. In een brief geeft ze het volgende aan;'een douzyn fraaye fransche stoelen met twee [geschilderde] fauteuils'; verder een geel of wit geverfd bureau, 'zo als veel in de Manier is'; een roomkleurig Engels tafelservies, wat voords tot een propere zindelyke inboedel behoord'. lil 'Lommerlust' in Beverwijk V '1'. 'ji dB; I L *1 ,r ,1 V1.' w W j "j •‘ST-TtZxZv 1 1 f O*- ■V.- a F i *1 <1- L if t L 1 r r* 1V4- flK. - I 1

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2017 | | pagina 50