Kennelijk had men niet iemand van te voren de vaarroute laten verkennen, want bij De Rijp kwam het transport tot stilstand. De Beemsterbrug bleek (lang niet) hoog genoeg om onderdoor te varen. Men wendde zich tot de gemeenteraad voor overleg, en om te proberen - letterlijk - een doorbraak te forceren. Van de firma Kloos uit was men bereid het brugdek eraf te halen (en te vervangen), nieuwe stalen balken te monteren, en het leuningwerk weer in orde te maken. Dit leek - zo op het eerste gezicht - een buitenkansje voor de gemeente. De bestaande brug was al weer zo'n 75 jaar oud, en van de nieuw gebruikte materialen van Kloos, zou de brug alleen maar op kunnen knappen. Het krantenartikel laat zien dat het anders zou worden. Er staat: "Met BenW werd door de firma echter geen overeenstemming verkregen, daar het inwilligen daarvan geen direct gemeentebelang betreft. De door de gemeente gestelde voorwaarden bleken voor de firma Kloos niet aannemelijk". Wat die voorwaarden inhielden, daar wordt verder niet op ingegaan, maar wellicht had het iets te maken met het fundament van de brug. Een nieuw brugdek en liggers op een slecht onderstel is in feite uitstel van executie. Met deze afwijzing moest dus plan B uit de kast getrokken worden. Vandaag de dag zou een telefoontje naar C P of een andere telekraanverhuurder er voor zorgen dat zo'n klusje in een halve dag geklaard zou zijn. Maar dit was 1924, en tus sen de machtige werfkranen en de onvervalste handlier, zat toen nog niets. Het gevaarte had een lengte van 26 meter, was 5 meter breed en 3 meter hoog. Totaal gewicht: 30.000 kilo. Er zat voor de mannen die het transport begeleidden niets anders op dan afladen. Het was een hele klus, die - getuige een foto in de Telegraaf - zelfs de landelijke pers haalde. Van de Dijkgraaf in de Beemster werd toestemming verkregen om het dijklichaam te ge bruiken als overlaadstation. De opname laat zware balken zien, die als een soort glijbaan fungeerden. Omdat de dijk hoger lag dan de schuit, zal het afladen lastiger zijn gegaan dan het weer opladen. Raadselachtig is ook hoe men een 'vast' punt creëerde om het brugdeel met de handlieren van de schuit te trekken. Voor 30 ton volstaat het niet om even een paar paaltjes in de grond te tikken. Bovendien laat de opname zien dat er aan de zuidkant van de brug geen bomen langs de dijk staan. Ook is het gissen hoe de 50 a 60 meter over de dijk werden afgelegd. De foto laat wet potkrikken zien, maar geen wielstel o.i.d.. Volgens de krant waren er slechts een vijftal begeleiders, maar de opname laat er een kleine vijftien zien. Rijpers die hand- en spandiensten verleenden? We zullen het nooit te weten komen. Wat we wel weten is dat op donderdag 27 november 1923 - precies een week na aan komst - de brug weer op de dekschuit lag, en koers werd gezet naar Schemerhorn. Daar is de brug ook geplaatst en heeft ze nog tot 1933 - tot het faillissement van de Tramweg maatschappij - dienst gedaan. 29

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2016 | | pagina 29