digd en deden dat als vrijwilliger voor de vereniging, dat was respectabel. In 1951 werd Joh. A. Kroon voorzitter, en bleef dat tot in 1959 toen hij werd opge volgd door Pieter Bruin. Deze moest echter op doktersadvies het stokje al snel overge ven aan Klaas Wagenaar. In de nieuwe statuten van 1961 bestond het bestuur uit de landbouwers Klaas Wa genaar, Frederik Wiedijk en Pieter Wiedijk, wonende te Grootschermer, Cornelis Hel der, wonende in de Starnmeer, en Johannis Adrianus Kramer, wonende te Graft. Klaas Wagenaar nam in 1965 afscheid als voorzitter en werd opgevolgd door Corne lis Helder. iff Gedurende de jaren van bestaan hebben slechts dertien personen deel uitgemaakt van het bestuur. Het tekende een stabiel en betrouwbaar bestuur, waarin de be stuurders vaak werden herkozen. Aanvankelijk was het verhuren van mate rieel alleen beperkt tot de leden uit Groot schermer en directe omgeving. Men dacht toen, wellicht terecht, dat eigen dorpson dernemers de vereniging meer zouden steunen dan buitenstaanders. Men kende elkaar en wist hoe er 'geboerd' werd. Dat vertrouwen in elkaar heeft geruime tijd de kern van de vereniging gevormd. Het bestuur bemoeide zich met tal van za ken. Naast de normale bestuurlijke taken als aankopen, leningen en de vereniging gezond houden, waren er ook bijzondere punten. Mocht er bijvoorbeeld worden gewerkt op zondag? Het maakte nogal verschil of hooi of gras droog binnenge haald kon worden. De verleiding om dan met mooi weer op zondag aan de gang te gaan, was soms groot. In het begin was er veel weerstand om de zondagsrust te verstoren. Maar er waren ook leden die het niets kon schelen. Zij wonnen na verloop van tijd steeds meer terrein, mede omdat 'wilde' loonwerkers daar al geen punt van maakten. Uiteinde lijk verviel het verbod en was eenieder vrij om daarover te beslissen. Een ander heikel en steeds terugkerend punt vormde de navorderingen bij slech te resultaten. Er waren vrijwel altijd leden die naar de oorzaken zochten van de te genvallende inkomsten, waarbij natuur lijk eerst naar het bestuur werd gewezen. Maar ook de medewerkers moesten het soms ontgelden en kregen kritiek op de beperkte rendabiliteit en slechte werking van de machines. Er moest iets gebeuren om de vereniging aan meer kapitaal te hel pen. Het bestuur ging er toe over om ook leden buiten het oorspronkelijke werkge bied toe te laten. Grootschermer was te klein geworden voor de coöperatie. Voor het goed functioneren van de vereniging moesten er meer leden komen. Begin 1950 ging een circulaire rond in de aanpalende gewesten, hetgeen zestien nieuwe leden opleverde. Statuten en huishoudelijk reglement Ondanks dat steeds meer zaken anders werden geregeld, bleef men nog jaren lang doorwerken met de oprichtingsstatu ten. Het was de dorpse aanpak en het on derling vertrouwen dat het op deze wijze voortduurde. Maar in 1960 ontstond toch de behoefte om de statuten te actualise ren. De behoefte was kennelijk niet alom, of men had geen tijd, want het nam twee ledenvergaderingen om tweederde deel van de leden bij elkaar te krijgen voor een eventuele stemming. In 1961 werd het doel van de vereniging nog eens herhaald in de nieuwe statuten: het exploiteren van landbouwwerktuigen en landbouwmachines ten behoeve en ten dienste van de bedrijven van haar leden. 15

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2016 | | pagina 15