voor een gezamenlijk vastgesteld tarief
een werktuig met bestuurder. De vereni
ging werd zo als het ware een verlengstuk
van het bedrijf. Een coöperatie was het
sleutelwoord.
In de buurt waren er verschillende voor
beelden voorhanden. Coöperaties heb
ben altijd een belangrijke rol gespeeld in
de economische emancipatie van grote
groepen van de bevolking, vooral rond
de eeuwwisseling van de 19de naar de 20e
eeuw. Via de coöperatie konden produ
centen en consumenten zich verenigen en
zo gezamenlijk doelen bereiken die voor
de individuele mens
onbereikbaar zou zijn
geweest, vooral op het
gebied van investerin
gen. Alles gericht op het
vergroten van economi
sche macht en het beha
len van meer voordeel.
De coöperaties waren
in de Tweede Wereld
oorlog verboden, maar
beleefde daarna een op
bloei, zo ook in Groot
schermer. Enkele jaren
na de oorlog werd dan
ook de vereniging, ge
noemd in de kop van dit
artikel, opgericht.
De vereniging
Landbouw Werktuigen Vereniging Groot
schermer.
Het oprichtingsbestuur bestond uit de
heren Pieter Bruin en Piet Schermerhorn,
respectievelijk voorzitter en secretaris
van de afdeling 'Schermereiland' van de
Hollandsche Maatschappij van Landbouw,
alsook de heer Jurien Jans Polter, assistent
landbouwconsulent/-voorlichter te Groot
schermer. Hij zou later de bedrijfsleider
van de vereniging worden.
Bij de ledenvergadering van 15 maart 1949
was notaris Dirk Kruimel van Oterleek uit
genodigd, teneinde de rechtspersoonlijk-
De oprichting van de
vereniging vond plaats ■hbhi
op zaterdag 11 december 1948, ten huize
van de heer C. van Truijen in Grootscher
mer. Het kreeg de naam: Coöperatieve
vereniging tot exploitatie van landbouw
werktuigen en -machines "Grootschermer"
G.A. te Grootschermer, gemeente Zuid- en
Noord-Schermer. Een hele mond vol, waar
door het al snel werd verkort tot: Coöp
53
sl
heid van de vereniging gestalte te doen
geven. Polter las de akte van oprichting en
de statuten voor, die daarna werden gete
kend door het dagelijks bestuur, bestaan
de uit de heren Piet Wiedijk Kz., voorzitter,
Freek Wiedijk Jz. secretaris, en Piet Keppen,
penningmeester. Jan Prins en JJ. Polter tra
den op als getuigen. In het bijvoegsel 98
13