vrou
naar
Dek(
'Lees dit Boek niet! Gy zult er niets aan hebben'.
De literaire nalatenschap van Betje Wolff-Bekker en Aagje Deken van hun jaren in
De Rijp
In mei jl. wist het museum in 't Houten Huis een prachtige aankoop te doen van een
voorname collectie werken van de 18e eeuwse schrijfsters Elizabeth Wolff-Bekker en
Agatha Deken. Het betrof 35 werken in 63 delen, de meeste van deze werken zijn eerste
drukken. Het vormt een welkome aanvul-
i||| M WÈMÊ ling op de collectie van het museum In
't Houten Huis. Het museum Betje Wolff
in Middenbermster bezit een uitgebreide
verzameling proza en dichtwerken van
beide schrijfsters maar in De Rijp was
j het een lacune. De reden om deze boe-
B Jra ken te verwerven is dat het merendeel
van deze titels ofwel geschreven dan wel
gepubliceerd zijn tijdens hun verblijf in
De Rijp tussen september 1777 en mei
1782. Hoewel het maar een korte perio-
l in ^un schrijversbestaan betrof, was
//^f JmrnmmÈ het wel een heel belangrijke en zoals hun
UÜT7 biograaf Piet Buijnsters het beschouwde:
J het waren hun Rijper jaren waarin hun
schrijfkunst tot volle wasdom kwam.
1 'Wij woonen in een Land druipende van
t walvisch traan, vloejende van melk en
pw m booter; dan eenige Leer bereiders heb-
Jp ben het hier stinkende voor ons gemaakt,
hunne handen hebben putten gegraaven,
dezelven met lellen en vellen opgehoopt, die daar in laaten rotten en dus een Lym bereid,
zonder welken uwe stad niet bestaan kan, dus doen wy onze zintuigen geweld aan om uwe
stadgenooten te verplichten, o wat is dat groot'!
Aagje Deken over het verblijf in De Rijp in een brief aan J.E. Grave, 6-11-1779
Het is opmerkelijk dat bijna iedereen deze eerste zin wel eens gehoord heeft als het over
Ill*»
Pieter Floore
MÊêÊMiMÈÊ.