het 55 hectare metende droogmakerijtje Kogerpolder, toen nog behorende tot de gemeente Akersloot. Met op de noord- westpunt, aan het kanaal, het gelijkna mige buurtschap. Tot eind 1800 voorzien van een heuse herberg genaamd Het Zee manswelvaren'en tot 1938 was er zelfs een school gevestigd. Hoe oud deze vlotbrug is, bleek nog las tig te achterhalen, maar in 1839 wordt er al melding van gemaakt. Men spreekt dan echter over:'den vlotbrug bij Westgroftsdijk'. wat mogelijk betekent dat de vlotbrug ooit een stuk(je) oostelijker heeft gelegen. Een krantenbericht uit 1889 laat zien dat aannemer Boldewijn uit West-Graftdijk er in dat jaar een brugwachterwoning mocht bouwen. Op zich zegt dat niets, want deze nieuwe woning kan ook in plaats van de En als het dan fout ging dan was het me teen goed fout. Toen het kanaal gegraven werd, was er al leen nog maar sprake van zeilschepen en trekvaart door paarden. Boten waren van hout en bescheiden van formaat. Met de komst van stoom en staal veranderde dit. Schepen werden dusdanig groot en zwaar, dat als er een aanvaring plaatsvond, de schade meteen enorm was. Later kwam het gevaar meer van het land. Van vlot naar brug Halverwege de jaren vijftig, om precies te zijn 1956, kwam de Beatrixbrug over de Tapsloot bij West-Knollendam gereed. Het pontje nabij de Woudaap werd overbodig en verkeer kon vanaf Krommenie zo de Marker- en Starnmeerpolder inrijden. Stelt u zich daar niet te veel van voor; het was een wegge tje van niks, dat zich om Markenbinnen heen krul de en zo langs De Woude eindigde bij de vlotbrug van de Kogerpolder, die door het gemotoriseerde verkeer 'De brug der zuch- ten' werd genoemd. Krantenknipsel uit 1892, Algem. handelsblad oude zijn gekomen. De Kogerpoldervlotbrug heeft een lange reeks van ongelukken op haar naam staan. In het begin betrof het vaak aanvaringen. Elektriciteit was nog geen gemeengoed en het schortte vaak aan een adequate ver lichting. Met olie- en carbidlampen maakte de brug zich zichtbaar in het donker, maar dit was lang niet altijd een garantie voor het ongeschonden blijven van de vlot brug. Tegenwoordig vinden we het wachten voor een geopende brug al lang duren, maar wie in het verleden 'de vlotbrug tegen' had, kon op zijn dooie akkertje een broodtrommel leegeten. En dan te bedenken dat dit exemplaar in de jaren twintig van de vorige eeuw werd vernieuwd, en (naar verluid) uitgerust was met elektrische bediening. In Den Helder, bij vlotbrug De Kooy, deden ze er nog een schepje bovenop: daar werd aan elke pas sant een dubbeltje bruggeld gevraagd. Het zwaarder wordende vrachtverkeer trok ook een zware wissel op de vlotbrug- J1. Zaterdagavond isdeFriesche stoomboot Sneélt, komende van Alkmaar, waar* been zrj vee bad gebracht, tegen de vlotbrug in het Groot-Noordhollandsch kanaal, nabij West- Graftdijk, gevaren. De schok was zoo hevig, dat de eene helft der brag geheel vernietigd werd. De schade wordt on omstreeks 1200 geschat. De overtocht zal vooreerst met een pont moeten geschieden. nu

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2016 | | pagina 5