Inleiding
Voorjaar 2015 rijpte bij leden van de Oudheidkundige Vereniging Het Schermereiland het
plan om de geschiedenis van de tuinderijen in de Eilandspolder te gaan beschrijven. Als
Siemjan Vethman van camping/tuinderij Welgelegen te Graft komt vertellen dat in 2016
de tuinderij bijna tachtig en de camping vijftig jaar bestaat, wordt besloten tot samenwer
king. In beide kampen wordt gedacht aan het publiceren van een boek. En zo ontstond:
'Tuinderijen van toen, Welgelegen in de Eilandspolder'.
Het eerste hoofdstuk gaat over de ontstaansgeschiedenis van de Eilandspolder. Hoe de eer
ste bewoners komen, het gebied afgesloten raakt van de zee, en binnenmeren bedijkte en
gecultiveerde polders worden. Met demografische gegevens van het Schermereiland over
de periode 1630 - 1815 wordt stilgestaan bij de bestuurlijke tweedeling en de naamgeving
aan de honderden akkertjes in het gebied.
Het tweede hoofdstuk neemt een grote stap, en wel naar de periode 1900 - 1940, waarin
het land wordt ontdekt' als vruchtbare tuindersgrond. Het heeft met name een grote aan
trekkingskracht op tuinders uit West-Friesland, nog steeds herkenbaar in de namen van
veel hedendaagse dorpelingen. Het is ook de periode waarin de grove tuin- en akkerbouw
opkomt, tuinbouwverenigingen worden opgericht, kennis over tuinbouw zich ontwikkelt,
en eind jaren dertig een eerste poging wordt gedaan het gebied te verkavelen.
Het derde hoofdstuk beschrijft de periode van de Tweede Wereldoorlog tot ca. i960 met
grote veranderingen in de tuinderij. Aardappels zijn het hoofdgewas, er komen coöpera
ties en bewaarcentrales. Mechanisatie doet haar intrede. Maar ook de moeizame werksitu
atie wordt belicht, zoals slechte waterbeheersing, uitgestelde ruilverkaveling en het lage,
onzekere inkomen. Staatsbosbeheer en het Landschap Noord-Holland gaan de Eilands
polder als een uniek natuurgebied zien.
De periode i960 - 1980 staat centraal in het vierde hoofdstuk. Interviews met voormalige
tuinders en/of hun kinderen, geven een tijdsbeeld van het tuindersleven. Karige verdien
sten, een vergoeding van natuurorganisaties bij verkoop van grond en de vraag naar fa
brieksarbeiders in de Zaanstreek zijn aanleiding tot een massale bedrijfsbeëindiging. Een
aantal tuinders begint met bloembollenteelt, vaak in ingepolderd land en aan de 'randen'
van de Eilandspolder. Het gebied transformeert van waardeloos 'apenland' naar waardevol
natuurgebied. De invloed van Staatsbosbeheer en het Landschap Noord-Holland groeit
in rap tempo en steeds meer akkertjes worden verkocht. Grafter zakenman Sam Verdonk
speelt hier handig op in, door deze als recreatie-eilandjes te verhandelen. Het is de periode
waarin de strijd losbarst tussen lokale overheidsbestuurders, natuurorganisaties, recrean
ten en agrariërs. In rapporten over de toekomst van de Eilandspolder worden tuinders nog
slechts zijdelings genoemd.
Het vijfde hoofdstuk beschrijft de periode na 1980. De strijd tussen actiegroepen wordt
nog steeds met verhitte bijeenkomsten en juridische procedures uitgevochten. Staatsbos
beheer en het Landschap Noord-Holland, gesteund door overheidsbeleid uit Den Haag
en Brussel, bezitten veel grond en krijgen met regels en voorschriften grote invloed op
werkzaamheden in de polder.
Nu, in 2016, is de Eilandspolder een prachtig natuurgebied, en in alle omliggende dorpen
worden fluisterbootjes verhuurd. De tuinders zijn verdwenen, er zijn nog enkele sporen
4