Visser Jo Schot in de ringvaart bij Driehuizen. Naast riemen gebruikte hij overigens ook een buitenboordmotor beide zijden verstevigd met iepenhouten belegstukken. Hier doorheen werd een gesmeed dol-oog, met aan de andere zijde schroefdraad, gehaald. De steel werd tussen het blad en de belegstukken rond geschaafd. Vanaf de belegstukken naar het handvat gebeurde dit ook, maar taps, zodat een goede grip voor het handvat overbleef De bladen werden met de dis sel (een platte bijl) uitgehold. De holling verliep naar de punt steeds sterker. Aan de bolle zijde van het blad werd deze afgerond en dunner gemaakt om de riem ook minder gewicht te geven. Doorgaans werden de riemen groen geschilderd, de handvaten vrijhoudend. Riemen (of roeispanen) maken was een ander verhaal. Hiervoor was ook geselecteerd hout nodig. Ze werden gemaakt uit vrijwel kwastloos, rechtdradig grenenhout. Noesten (of kwasten) zouden immers een verzwakking betekenen. Uit twee duims delen (ca. 5,5 centi meter dik) werd het model van de riem gezaagd. De modellen van De Jongh en Oudejans verschilden van elkaar. De bladen van De Jongh hadden rechthoekige uiteinden, terwijl die van Oudejans ovale einden kenden. Ook waren die van laatstgenoemde korter. Bei den hadden voor- en nadelen. Met de riemen van De Jongh kon sneller worden geroeid, maar met die van Oudejans kon gemakkelijker in smallere sloten worden gevaren. Langere riemen waren ook prettiger bij vletten met een hoger boord. De lengte varieerden van 2,5 tot 3 meter. Een derde van de lengte werd ingenomen door het blad, en de aanzet voor de roeidol zat op een kwart van het handvat. De steel werd ter plekke van de roeidol aan Riemen were van gen, wen. voor en h boeg de a was t spieg wenc ten z ders. De l tuinc onmi vanw De t ren c praai verh< de, s was was naar ren 1 !*.fWïï& Sr? f&MÊÊËÊÈmm mmm 7 fsh I 1

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2016 | | pagina 72