mmi
ra
B33
i$s
igf&s
1
ver-
ie grote
en linia
n. Voor
's bete-
Aan-
Ispolder
ogge te
r opge-
bodem
Neder-
waar-
kte. De
:hottig':
s wassen
dwitten
Liikers.
ansoor-
rst was
ian het
ze de-
ager ge-
ic.
QBttxamTf
In de Sapmeer en de Graftermeer is er, zij het op kleine schaal, wel meegedaan aan de
graanproductie.
Ioen de aanvoer van granen vanuit Amerika door de oorlog stagneerde, was men in ons
land aangewezen op inlandse granen die aanvankelijk voor veevoer werden gebruikt. Deze
granen waren doorgaans zachter van structuur en moeilijker te malen. Om er broden van
te bakken werd het rogge- en tarwemeel vaak vermengd met aardappelmeel tot het z.g.
regeringsmeel
Een grote opbrengst aan granen heeft de Eilandspolder dus nooit opgeleverd. Jac. Roe-
lofsen had in november 1944, getuige de afgegeven 1 dorschvergunningeen opbrengst van
300 kilo zomertarwe (was er ook wintertarwe?). Vanwege de zwarte markt werd het dorsen
van vier zakken tarwe ook
al gecontroleerd. Daaren
tegen deden de aardappels
het beter in het Ouweland
en waren de tuinders met
deze teelt bekend. Van
een echte claim door de
bezetter op een deel van
de oogst is nooit sprake
geweest en de genoemde
granen werden uiteindelijk
slechts voor eigen gebruik
geteeld. Niet alleen om
het eigen brood te bakken,
maar ook voor de z.g. oor-
logskoffie'. Hiervoor werden de granen in de koekenpan zo bruin als koffiebonen gebak
ken en vervolgens gemalen tot 'koffie'. Het aldus verkregen maalsel kreeg nog een extra
boost door een schepje Buisman's GS (gebrande suiker) toe te voegen. Buisman extract
werd hier te lande gemaakt en bleef nog lange tijd verkrijgbaar. Ook na de oorlog bleef
men het, tot er weer goede koffiebonen op de markt kwamen, gebruiken. Wat de tarwe
betreft, dit bleef men nog tot ver na de oorlog in de Eilandspolder in regels zaaien. Het
diende toen echter met name als beschutting van kwetsbare groentebedden, zoals augur
ken en bonensoorten.
De tabaksteelt
Een ander vreemd product voor de Eilandspolder was de tabaksteelt. Vanaf de 1 yc eeuw
werd tabak geïmporteerd en slechts op kleine schaal in ons land verbouwd. Het roken en
snuiven van tabak was toen een tamelijk decadent gebeuren. Ondanks dat de teelt binnen
Nederland schoorvoetend op gang kwam, bleek het in de 19' eeuw nog redelijk succesvol
in Midden-Nederland. De concurrentie met de buitenlandse, warmere teeltgebieden was
echter groot, waardoor het verbouwen van tabak weer op de achtergrond raakte. Vanaf de
21 helft van de 19° eeuw was vooral de sigaar, die als genotmiddel werd beschouwd, popu
lair en in mindere mate ook de pruimtabak. Niet voor niets begon de Maatschappij van
Jan Boon in 1904 de Tabak Sigarenfabriek De Nijverheid" in De Rijp. Dat was eigenlijk
57
r
i
IïW5hS
I 'Alii t
I
ÏCI&*
A
■3ft
m
a
*Tr
Onmisbaa
VDDR BEREIDING VAN
SMAKELIJKE
KOFFIE
M3ÜISMAN Zholland'
m