De tuinderij in de Tweede Wereldoorlog Door neutraliteit is de Eerste Wereldoorlog vrij geruisloos aan Nederland voorbijgegaan. We kregen alleen te maken met Belgische vluchtelingen, die ook binnen het gebied van de Eilandspolder werden gehuisvest. De daarop vol- 47 46A 48 b v'-eESG„ voeding vleesc 45 A A<9)q gende oorlog 1940-45 was andere koek, hoewel de Duitse f-Ile EN 12e ppl"-nnE^ rT°*"°l®ERSVA*K onderdrukking voor de tuinders wel meeviel. Tijdens de bezetting werden alle bestaande bonden, zo als de L.T.B., al gauw opgeheven. Daarvoor in de plaats kwam de zgn. Landstandeen door Duitsers geleide ver eniging. Het blad daarvan heette Boer en erfen ieder een die het in de bus kreeg, stuurde het bij wijze van protest ongeopend weer retour. reserve Ag><s A SS Reserve A §4 A89 AE^RVE "eserve A@^ A 90 '«s** 47,;:; 45 A <4> Eigen turf B»Oox> Op den duur begon de schaarste een rol te spelen. Al snel gingen koffie, thee, vlees en brood op de bon, gevolgd door vetten, eieren, koek en gebak. In april 1941 gingen melk en aardappelen op de bon. Een jaar later koffiesurrogaat, tabak en snoep. Deze maatregel brachten mensen ertoe zelf surrogaatkoffie (uit witlofpenen) te maken en zelf tabak te gaan telen, allemaal producten die ook in het Ouweland waren terug te vinden. In juli 1943 gingen groenten en fruit op de bon, een jaar later de vis. De teelt van tuin bouwproducten is weliswaar niet stil komen te staan, maar de voedselproductie in Nederland was in 1944 gezakt naar 40%. Het Rijksbureau voor voedselvoorzie ning in Oorlogstijd verplichtte dat de helft van de oogst moest worden afgestaan, doch hiervan is in de Eilands polder nimmer sprake geweest. In april 1941 vond wel rantsoenering van aardappelen plaats, en mochten deze voor slechts 2,50 per kist worden verkocht. Dat werkte op den duur ook niet, omdat met de toename van de schaarste de aardappelen zwart verhandeld werden. Veel vlees, zuivelproducten, maar ook tuinbouwproducten verdwenen naar Duitsland, waardoor het voor de gemid delde burger sappelen werd om in het levensonderhoud te voorzien. Wel werden er tarwe, oliezaden, veevoer en In verband met het feit, dat er vele verbruikers zijn, die een veldje voor het steken van z.g. „eigen turf" gepacht en over een groo- ten voorraad turf de beschikking hebben, is het noodzakelijk ge bleken, dat hiervan schriftelijk opgave gedaan wordt aan het distributiebureau. Deze schriftelijke opgave moet bevatten: Naam, adres, soort en hoeveel stuks turf waarover men de be schikking heeft. Na deze opgave kan men in aanmerking komen voor een ver- voersvergunning vour turf. koloniale waren ingevoerd. Uit hier geteelde kool- en maanzaad werd de olie geperst om als spijsolie te dienen, maar ook om er een pitje op te laten branden. Brandstof werd allengs schaarser en daar ging men ook zelf in voorzien. 'Om de West' werden, net als eerder rond 1920, de veenlagen weer aangesproken. Deze lagen hier niet diep en konden gemakkelijk wor den uitgestoken. Het was zwaar werk, want het veen was doordrenkt met water en moest daarom nog geruime tijd drogen. Een tweede 'nadeel' is te lezen in het bovenstaande krantenknipsel. Het diende opgegeven te worden, en daarmee stak men kostbare arbeidstijd Eigen turf...minder 'eigen dan gedacht 54 VE RESER RESERVe BR(>Oö I 148 A<" 4"sc» vL£es— mm

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2016 | | pagina 58