thuis worden uitgezocht op verkeerde plekjes, en/of gaatjes door kevertjes. De zak werd dan op tafel uitgestort om onder het licht het onderzoek zo snel mogelijk te kunnen verrichten. Voor elke zak die zo werd uitgezocht kregen we twee doppindas, dat waren nog eens tijden! moes- ;tdijkje ierweg eg ver- Allemaal een Mijn broers Jan, Piet, Kees en Theo werden allen tuinder, hoewel Jan later werk vond bij Woestenburg, en zo verzekerd was van een vast inkomen. Broer Wim ging naar Uden en werd beroepsmilitair bij de luchtmacht. Broer Theo verwierf door bemiddeling grond in Oost-Graftdijk en bouwde daar z'n bedrijf op. Piet trok na z'n trouwen naar de Graftermeer en liet aan de Dwarsweg een huis bouwen. Kees bleef in Graft. In de vijftiger jaren vond er een natuurlijke splitsing plaats omdat de verhouding jongens en meisjes niet meer gelijk opging. Ome Piet ging met z'n jongens naar de West en mijn vader hield het land bij De Knevelaar aan. Wel hebben ze gezamenlijk witloftrekkerijen gebouwd. Ome Piet had er een en wij ook, achter het huis van Kees aan de Dorpstraat 13 in Graft (nu De Vleet). Er werd met de rage van witloftrekkerijen meegedaan. Het heeft maar een korte tijd geduurd, omdat iedereen er zo over dacht, en de spoeling weldra heel dun werd. Piet, Kees en Theo werkten veel samen met de jongens van ome Piet. Ik werd kraamverzorgster en heb in een boekje genoteerd bij wie ik allemaal heb gediend'. Een kostbaar kleinood dat ik koester. Ik haal het voor de dag bij familieberichten in de krant, als ik het vermoeden heb dat personen aan mijn notities gekoppeld kunnen worden. Al met al een plezierige en gelukkige tijd gehad op Graft met allemaal tuinders om mij heen. g werk staken oesten nuizen Riet Stoop, september 2015 waar boot orsen

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2016 | | pagina 47