handen er niet voor op elkaar. Wel werd met de heer Weeshoff van de Schermerhorner
vereniging overlegd over aansluiting hij de Nederlandsche Coöperatieve landbouw vereni
gingen. Er werd echter een afwachtende houding ingenomen. Men sloot zich wel aan
bij het 1 Nederlandsch Comité tot afschaffing van onvervalschte hulpmeststoffen. In overleg
met de Maatschappij ter bevordering van Nijverheid en burgemeester Romijn werd van
gedachten gewisseld over de komst van een inmaak/conservenfabriek; geschatte kosten
20.000,00. De heer Hendriks uit Schermerhorn overlegde de statuten en reglementen
van een soortgelijke fabriek die was voorgesteld in Schermerhorn. In De Rijp kwam het
niet tot stand. In Schermerhorn wel, daar kwam aan het Westeinde een zuurkoolfabriek.
Wat ook niet tot stand kwam, was de poging in 1917 om beide verenigingen in één fede
ratie onder te brengen, met de welluidende naam: Tuin- en Landbouwfederatie Schermer
eilandOp een of andere manier verschilde men toch te veel van elkaar. Opvallend is dat
bij de tuinbouwvereniging van Schermerhorn men veel meer de nadruk legde op proeven
en het bijbrengen van kennis. Hiervoor werd zelfs de Rijper vereniging gevraagd om cur
sisten te leveren. Voor de tuinbouwcursus over het jaar 1924-1925 werd door het Ministerie
van Binnenlandse Zaken toestemming verleend. Van de cursussen bleven spullen over,
zoals laboratoriumbenodigdheden en chemicaliën. Deze gingen later weer over naar de
tuinbouwcursus in Ursem.
In De Rijp ging het er wat simpeler aan toe; veel vergadertijd werd besteed aan feestavon
den en tentoonstellingen. Het kan een gechargeerd beeld geven, omdat maar van een
korte periode de notulen bewaard zijn gebleven. In Graft en De Rijp is het bekend dat in
de crisisjaren, binnen het kader van de werkverschaffing, door noodleidende tuinders en
werkelozen werd gebaggerd, waar
na met de baggerspecie grondver
betering werd toegepast. Alsook
dat een deel van de Eilandspolder
geïnundeerd is geweest. Over deze
twee belangrijke gebeurtenissen
zijn dus helaas geen notulen meer,
waardoor we meer moesten afgaan
op de verhalen van mensen die het
meegemaakt hebben. Zoals ge
zegd vormde voor de verenigingen
steeds de hoofdmoot het vervoer
naar de veilingen en afslagvereni
gingen in Amsterdam, Purme-
rend, Langedijk, Avenhorn, Be
verwijk en Alkmaar. Het vervoer
met schipper Visser is lang blijven
bestaan, maar werd op den duur
verdrongen door het vervoer per as. De vrachtrijders die zich daarvoor inspanden waren
Beumer en De Boer voor De Rijp. In Schermerhorn vinden we de namen Langeberg,
Kramer, Stam en De Vries. Sommige namen zie je heden ten dage nog langskomen.
De kopvan de Rijper Venbuurt tijdens de inundatie
32