Doel was bevordering van de belangen van den Tuinbouw en van den Ooftteeltin hunnen
geheelen omvang algemeen en meer bizonder voor deze OmstrekenDeze vereniging bleef
tussen de 40 en 50 leden tellen.
In 1915 werd de 'Katholieke Land- en Tuinbouwbond' (LTB) opgericht voor boeren, tuin
ders, bollen- en boomkwekers. Onderverdeeld naar provincie, behoorde de Eilandspolder
onder de Noord-Hollandse Tuinbouwbond. De Rijp en Ciraft kregen in 1917 hun eigen
L.T.B-afdeling. In Graft kwam een Tuinbouwvereniging kGraft en Omstrekenen in De
Rijp - heel origineel - een Tuinbouwvereniging genaamd: De Rijp en Omstreken Kenne
lijk behoorden beiden dorpen niet in eikaars omtrek, of was het de verzuiling?
In 1932 werd de 'Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor Zaaizaad en Pootgoed van Land
bouwgewassen opgericht (NAK). Deze keuringsdienst verzorgt (nog steeds), onder minis
terieel toezicht, de keuring van landbouwgewassen. Voor de Eilandspolder gold de NAK
vooral als keurende instantie voor de aardappelen. De besproeiing van aardappelen met
Amortategen ziekten, werd in 1937 verplicht gesteld, gevolgd door de mededeling in 1943
dat in de Eilandspolder alleen goedgekeurde aardappelen gepoot mocht worden.
In 1941 werd de keuringsdienst voor groentezaden opgericht (NAKG). Ook de tuinders
verenigden zich. Gedurende de crisis in de jaren dertig van de vorige eeuw werd door
de Landbouw-Crisis-Organisatie de zgn. tuinbouwteeltvergunning geïntroduceerd, een
vergunning om intensieve tuinbouw tegen te gaan. Jaarlijks moest men opgeven wat er
geteeld ging worden. Sommige producten als bonen waren vergunningsvrij.
In 1968 werd deze teeltvergunning door het bedrijfschap voor groenten en fruit niet meei
nodig geacht.
Tuinbouwverenigingen
De opkomst van tuinbouwverenigingen was voor de ontwikkeling van de tuinbouw een
belangrijke fase. Zoals hiervoor gemeld was het in dit gebied Schermerhorn die in 1898 de
eerste initiatieven toonde en het voorbeeld van de Beemster volgde. Over deze tuinbouw
vereniging schreven F.W.H. van Zon-Christoffels en P. Schotsman in 1995 een boekje. De
aanleiding tot het uitvoerige verhaal was de opheffing van de vereniging. Op basis van de
uitgebreide notulen wordt de vereniging in woord en beeld tot leven gebracht. Het boekje
van bovengenoemde auteurs gaat daarom breedvoerig in op de toestand gedurende de
crisis in de dertiger jaren en de Tweede Wereldoorlog.
De notulen van de Tuinbouwvereniging De Rijp bevat alleen de startperiode van 2 maart
1900 tot 6 april 1906, het vervolg is verloren gegaan en daarmee ook een flink stuk van
hun tuinbouwgeschiedenis. Officieel was het Tuinbouwvereeniging De Rijp en omstreken
Opgericht in 1900, en met 130 leden (van alle gezindten en ook amateurs) was de animo
groot te noemen. En men kwam niet specifiek uit De Rijp, want ook tuinders uit de
Beemster, Graft, Grootschermer en de Graftdijken werden verwelkomd als leden. Op de
ledenlijst komt de pastoor van De Rijp, Pieter Vromesteyn voor, maar ook burgemeester
Romijn, manufacturier Zurlohe, drukker Van Raven, schilder Kieft, kruidenier Rijkes,
gemeenteopzichter Van Aken en caféhouder Heuvel. Iuinders of alleen maar sympathisanten?
28