meer opbrengsten te genereren In maart 1898 werd in Schermerhorn, in navol ging van de Beemster, de Tuinbouwvereniging Schermerhorn en omstreken opgericht. Deze vereniging verzorgde lezingen, ontwikkelde proeftuinen, nam grondmonsters en testte hulp meststoffen. De soms gevreesde keurmeesters gingen toentertijd strak in bet A pak door het aardappelenveld. Grove tuin- en akkerbouwers Rond het begin van de vorige eeuw kwamen de tuinders en akkerbouwers in beeld die de Eilandspolder voor een groot gedeelte 'm beslag1 namen. Vóór die tijd achtte men de pol der ongeschikt voor deze bewerking, met als gevolg dat er eigenlijk alleen vee werd geweid, vooral koeien. Voor schapen was het minder geschikt omdat deze dieren last kregen van leverbot, een ziekte waaraan ze destijds stierven. De plotselinge opkomst van deze agrarische sector liet de bevolking rond de Eilandspolder ook niet onberoerd, wat weer goed was voor de werkgelegenheid. Door de grote vraag begon iedereen zijn eigen tuinbouwbedrijf. Binnen korte tijd had veel grasland plaats gemaakt voor tuin- en akkerbouw en de daarop volgende (schoorvoetende) teelt van poot- aardappelen bleek succesvol. Vooral Eerstelingen bleken het goed te doen, en weldra was - mede door de betaalbare grondprijzen - de toestroom van telers een feit. Naast de aardappelteelt werden ook andere producten gezaaid, omdat pas na drie jaar weer op hetzelfde stuk aardappelen mochten groeien. De angst voor de zgn. aardappel moeheid1 (A.M.), veroorzaakt door het rondaaltje, was groot. De andere producten waren vooral kool, wortelen, uien en augurken. De Eilandspolder werd voor de pootaardappel- teelt de belangrijkste voedingsbodem. Kwaliteitscontrole Regelmatig braken er ziektes uit onder de gewassen. Naast de eerdergenoemde aardap pelmoeheid, was er knolvoet, maar ook ratten, muizen, mosterdtorren en de coloradoke vers konden oogsten doen mislukken. In 1946 moest er zelfs verplicht gespoten worden tegen deze kever. Voorts kwam ook de veredeling van gewassen op de voorgrond te staan. Vanwege de torren werd mosterdzaad na WO II niet meer geteeld. De behoefte ontstond om bij elkaar te gaan zitten om uit te zoeken wat het beste was om concurrentie van buiten het hoofd te kun nen bieden en eventueel te overtreffen. Al in de tweede helft van de negentiende eeuw zetten tuinders de eerste stappen voor het garanderen van kwaliteit van zaad en plantmateriaal om zo tslui- nders >rden neten irend eiling roei- otjes. m la- erden >raam leden rijwel 1 van uit t ook was. nders en in had- :n het as het s. Het •rdoor lsoor- e teelt Veel it hun r voor lucten sloten )gelijk )kken. Dgelijk hand noest) ^zet. i :a mmmmt Éi&iil T" ilii

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2016 | | pagina 31