Boetjes
Herinnering van Jan Deckwitz
Bescheiden houten bouwsels waren het, de boetjes
in het Ouweland. Een paar meter lang en breed
met een hoogte van iets meer dan twee meter.
Meestal hadden ze een schuin oplopend dak, be
dekt met asfaltpapier of ook wel eens met dakpan
nen. Er zat een deur in en een groot of klein raam.
Er werd gereedschap in opgeborgen en er stond
wel eens een stapeltje zakken met kunstmest in.
Om te schaften werden ze gebruikt en ze boden
beschutting tegen weer en wind.
Het materiaal waarvan boetjes getimmerd waren,
was sloophout dat met een laag bruine teer of car-
bolineum was bedekt.
Hoe kwamen de tuinders aan het materiaal? Dat kwam bijvoorbeeld van een houtverko
ping. Op gezette tijden was er zo'n verkoping die van tevoren werd aangekondigd met
aanplakbiljetten en krantenadvertenties. Op de Grote Dam in De Rijp werden dan van
de sluis tot aan de Kerkesteeg grote rekken of stellages geplaatst. Er tegenaan werden
planken neergezet met ernaast kozijnen, ramen, deuren, dikke en dunne balken en palen.
Vermoedelijk werd zo n verkoping gehouden door een sloopbedrijf. Boeren en tuinders
waren goede klanten.
De stapels uitgekozen houtwaar werden met de motorschuit of de praam opgehaald en
het timmeren kon beginnen.
Een bouwvergunning, zegt u! Welnee, ben je mal, voor een boetje geldt zoiets niet.
Land in zicht
Met het hele gezin op zondag in de motorschuit naar kde bouw'. Nette kleren aan, een fles
Ranja en een thermosfles met thee mee. Dat zag je gebeuren in het Ouweland. Niet elke
zondag en ook niet iedere tuinder deed het. Je kon het wel regelmatig zien. Wat gingen ze
doen op het land ver afgelegen om' de West, -de Zuid of-de Gouw? De gewassen bekij
ken. Hoe goed groeiden de slabonen? De augurken, de wortelen en de piepers? Hoe stond
alles erbij? Zo werd het resultaat van dagen en weken zwoegen en ploeteren bewonderd.
Jan Deckwitz, september 2015
15