de overkant aan het werk waren. Want in tegenstelling tot andere tuinders, die soms eerst een uur moesten varen, was de tuinderij op loopafstand. Ondanks dat was er daar wel een klein boetje (waar vandaag de dag de wasgelegenheid staat) waarin werd geschaft. Veilen en fust De tuindersvlet draaide bij Van Petten dus geen overuren, maar helemaal overbodig was deze ook niet. Er was een klein akkertje, iets ten oosten van brug naar de de Globdijk, waar toch echt naartoe gevaren moest worden. En ook, in de beginjaren, de onvermijdelij ke gang naar De Rijp, door de sluis naar schipper Visser aan de Kralingergracht. Kennelijk voorzag hij al dat het vervoer per vlet zijn langste tijd had - gehad, want zijn vlet had 1 I rp &een motor' en z°doende g 1» f ït I II l\ V werd al het vaarwerk ge- \/S\l\l 1 1^ I I r daan met dc kloet. -I Later ging dit met de vrachtrijder; zowel De Boer als Beumer werden ingeschakeld om de producten naar de veiling Beemster Purmerend Omstreken (BP O) te brengen. Op de tuinderij liep een zgn. smalspoor vanaf de sloot aan de oostkant van de tuinderij, tot aan de voorstraat. Daar, naast het toenmalige brandweerhuisje, werd de oogst neerge zet. Het eigendomsrecht op de kisten werd eerst geclaimd via een kenmerkende groene stip, en later met een naamsjabloon. Het verschafte alles behalve zekerheid, want door de schilderskwast belandde er nogal eens fust bij andere tuinders. Om te voorkomen dat dit gebeurde met de oogst er nog in, en natuurlijk voor de administratie van de veiling, werden er bij Van Petten zelfgeknipte kaartjes op geniet, die waren voorzien van een naamstempel. En zo waren er meer dingen. Ofschoon het geloof niet fanatiek werd aangehangen, was de zondagsrust wel heilig. Op zaterdagmiddag werd de boel aan kant gemaakt en de schuur geveegd, waarna er op de daaropvolgende zondag niets werd gedaan. Natuurlijk werd hierop een uitzondering gemaakt als een mogelijke oogst schreeuwde om geplukt te worden. Ook werd er niet aan de deur' verkocht. Mevrouw Wonder-Van Petten hierover: Tegen woordig zie je bij (hobby)tuinders de waar aan de weg staan, maar vroeger deed men dat niet, omdat het werd gezien als een teken van armoede' De kassen We schrijven 1955 als door de fa. Boers Vrijland de eerste échte kas werd gebouwd, in vaktermen een warenhuis' genoemd. Deze relatief lage kas met uitneembare ramen in het dak, stond parallel aan de begraafplaats, met de achterkant naar het noorden. Enkele jaren later, in het voorjaar van 1959, kwam de vergunning los voor kas no.2 Deze was van het zogenaamde 'rolbak-type'. Hierbij bleven de wanden staan, en werd het dak d.m.v. spierkracht over stalen rails verreden, zodat er steeds nieuwe teelt onder glas kon staan. 132

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2016 | | pagina 136