Echter, deze beheersvergoeding werd alleen gegeven aan veehouders die binnen het re
servaat- en beheersgebied werkten. Tuinders in het gebied kregen deze vergoeding niet.
Echter, niet iedereen legde zich daarbij neer. Piet Roelofsen, een bekende tuinder uit
Graft met land in het reservaat- en beheersgebied, wilde ook een vergoeding. Hij was
van mening dat hij door zijn natuurvriendelijke wijze van werken veel vogels aantrok,
misschien wel meer dan de boeren, zoals hij vertelde in een interview in de Nieuwe
Noordhollandsche Courant van 4 maart 1985. In het artikel stond dat zijn verzoek om
een beheersvergoeding werd algewezen, omdat hij geen koeien had. Gelukkig niet, die
vertrappen de nesten maar", reageerde Roelofsen. Zelf zegt hij in het interview dat het hem
niet om het geld ging, maar om de erkenning dat ook tuinders natuurvriendelijk kunnen
werken.
Van werk- naar natuurgebied
In 1994 schreef Jan Blaauw in 'Een Nieuwe Chronyke' dat hij nog één
tuinder telde in de westelijke Eilandspolder, terwijl hij er vóór de vijftiger
jaren zomaar 27 kon opschrijven, waarvan er vijf uit De Rijp kwamen.
Voor de boeren en tuinders was de polder altijd een gebied geweest
waar met hard werken een boterham kon worden verdiend. Een niet
te hoge waterstand in de polder moest dit werken mogelijk maken.
Ook de eerste verkavelingsplannen waren gemaakt om de agrariërs
economischer te kunnen laten werken. Dat de omgeving mooi was,
en in het voorjaar verschillende weide- en watervogels hun kuikens
op hun landjes grootbrachten, was gewoon'. Het geluid van de grut
to's hoog in de lucht hoorde erbij. De schoonheid van de natuur in
het werkgebied werd gezien en gehoord, maar het werk ging voor.
Terug naar 1969
H Een stap terug in de tijd laat zien dat in 1969 de Agrarische Com-
W missie van de Werkgroep Eilandspolder reeds was begonnen met
S een onderzoek naar de perspectieven van het agrarische bedrijfs-
H leven in de polder met als doel te komen tot aanbevelingen ter
verbetering van de sociale positie van de agrariërs. Deze werkgroep
::i stelde vast dat de landbouwkundige situatie in de polder anno 1969
niet best was. Over de tuinbouw zei het rapport: "Op grond van de
7;1 bodemgesteldheid dient in de Eilandspolder geen verdere tuinbouw-
S| ontwikkeling te worden bevorderd. Voor de tuinbouw noodzakelijke
verbeteringen van de bodemstructuur zullen namelijk zeer hoge inves-
teringen vragen
U Er werd gedacht aan het verplaatsen van bedrijven naar de Beem-
H ster en over het belang van een in de Beemster te ontwikkelen tuin-
r* bouwcentrum.
itss w&iMX*