T jes aan ;t beter :rhorn, onder tftdijk, De uit- i werd /orden polder lingen tuin- ndvee- er ca. n met voor- iuctie- aedrij- iddeld )ot en mteelt 'ijkste. voor- d op buiten r. stond id- en iroog- de Ei- sterkst was. lag in echter /enge- Als randgebieden werden genoemd: het gebied ten zuiden van de nieuwe provinciale weg N244;ten westen van de polder Kamerhop; het noordwestelijk gedeelte van de Noordein- dermeerpolder; ten westen van Graft en ten noorden van De Rijp tegen de bebouwing aan, en tenslotte ter weerszijden van de provinciale weg S-28 (N243) bij Schermerhorn. Over deze concentratiemogelijkheden werd met de tuinders gesproken. Er moest echter nog gekeken worden in hoeverre deze oplossingen realiseerbaar waren. Het zouden aan eengesloten kavels moeten worden met eigen bemaling. Eigen agenda's Er kwamen opnieuw werkgroepen, voorlichtingsbijeenkomsten en inspraakavonden, waar iedereen zijn of haar mening kon inbrengen over de voorgestelde verkavelingplan nen. Een concentratie van tuinbouw in de Noordeindermeer of Beemster werd door de plannenmakers warm aanbevolen, maar dit advies botste nogal eens met het recht van tuinders om onbelemmerd te kunnen blijven tuinen. Vooral dit laatste was een doorn in het oog van Staatsbosbeheer en het Landschap Noord-Holland. Naast de voorlichtingsbijeenkomsten werden er ook informatiekranten over de verkave ling uitgegeven. In de informatiekrant van oktober 1981 stond een interview afgedrukt met tuinder Cees Faam uit Graft. Hij had samen met zijn neef een tuinbouwbedrijf van ca. acht hectaren, waarvan zes hectaren grasland, die werden verhuurd aan een veehouder. Op de andere twee hectaren werden witlof en sjalotten verbouwd. Deze acht hectare lag op 20 minuten afstand varen van de bedrijfsgebouwen in Graft. Daarnaast werd 3.5 hec taren bollenland in de Beemster of in de Noordeindermeer gehuurd. De bollenteelt was in de loop der jaren uitgegroeid tot zijn hoofdteelt. De tuinbouw alléén was economisch geen haalbare kaart meer. In het interview noemde hij het varen als het grootste probleem voor zijn bedrijf in de Eilandspolder. CeesTaam: Eigenlijk heb ik zwaarder materieel nodig, zoals een beregenings- installatie, maar omdat het land los ligt, kan het zware materieel er niet komen Hij zag ook mogelijkheden door de ruilverkaveling, maar tegen de toedeling van tuingrond ten zuiden van de provinciale weg N244 had hij bezwaar: "Je mag niet met de trekker over die weg. Als ik daar land krijg, moet ik verplaatsen en dat hoeft van mij niet, want tuinders krijgen geen verplaatsingssubsidie en bovendien wil ik op Graft blijven wonenDaarbij komt dat die grond niet geschikt is voor tulpenEn over de toekomst van de tuinderij zei Taam: "Als ik het land niet vast krijg, hoeft de ruilverkaveling voor mij niet. Ruilverkaveling kost geld, maar dan moet je ervan profiteren ook!". Tuinders, boeren, natuurorganisaties en andere belanghebbenden, iedereen had een eigen mening, en verdedigde eigen belangen. Alternatieve vormen Er waren echter ook belanghebbenden die juist nu nieuwe kansen zagen voor een andere vorm van tuinbouw. Zoals mevrouw Alie Woestenburg, lid van het comité Eilandspolder, die een bezwaarschrift tegen de ruilverkaveling hadden ingediend. Zij pleitte in een kran tenartikel van 14 oktober 1981 voor meer kleinschalige tuinbouw volgens de biologisch-dy- namische methode (zonder kunstmest en bestrijdingsmiddelen). Zij verwijst in het artikel I 'wm m 109 m

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2016 | | pagina 113