Interview met Hans Keuning \Naarom ik ben gaan schrijven? Ten eerste omdat ik dat al mijn hele leven leuk heb gevon den. Ik was op school al goed in Nederlands en ik schreef graag. Dat is zo gebleven. Dat was het antwoord op de vraag van onze redactietoen ik Hans Keuning kortgeleden voor een vraaggesprek opzocht. Hij is 89 en niet goed ter been meer en het leek me tijd worden om hem eens te vragen waarom hij zoveel over zijn jeugdjaren in De Rijp heeft geschreven. Een tweede reden was, dat ik het mijn kin deren niet wilde aandoen, dat ze na mijn dood nog niets van mij zouden weten, zoals ik dat met mijn vader had. Die sprak nooit over zijn jeugd, terwijl ik door mijn moeder wist, dat hij het niet zo gemakke lijk had gehad. Zijn vader, die smid was in het Friese Irnsum, was aan bloedvergifti ging gestorven toen mijn vader negen jaar oud was. Zijn moeder moest toen als huis- Je had in die tijd in Friesland vrij veel zoge naamde lenen. houdster aan de kost zien te komen. Dat hij naar het gymnasium in Leeuwarden kon gaan lag dus allerminst voor de hand. Hij moet als kind al opgevallen zijn door zijn grote schranderheid. Dat kan niet anders. Daarna heeft hij ook nog gestudeerd niet waar? Want uw vader was toch predikant? Weer moet ik op mijn vermoeden afgaan. Lenen? Wat moet ik me daarbij voorstellen? Dat waren legaten, die vaak waren inge steld met een speciaal doel. Ik denk dat hij dus een beurs kreeg uit zo'n leen om theo logie te kunnen studeren. Daarmee kon hij het tot predikant van de doopsgezinde broederschap brengen. Maar weer: ik vermoed dat het zo was, want mijn vader zelf sprak nooit over zijn verleden. Schaamde hij zich dan ergens voor? Die indruk heb ik nooit gehad. Maar hij had het sowieso bijna nooit over zichzelf. Nu vraag ik me wel eens af, hoe hij als kind het overlijden van zijn vader heeft ervaren en dat hij samen met zijn moeder zomaar in een wildvreemde omgeving werd geplaatst in Leeuwarden. Nogal een schok voor een dorpsjongetje, lijkt mij. En zijn moeder? Daar weet ik niets van. Die was al lang overleden voor ik ter wereld kwam. Het enige dat ik weet is, dat zij door mijn pas getrouwde ouders in huis is opgenomen, omdat ze aan kanker leed. En daar is ze toen ook overleden. Maar dat was al tij dens de Eerste Wereldoorlog. 44

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2015 | | pagina 45