len en terugkeren, maar nu stond de vol
tallige raad aan de rand van zijn graf op de
algemene begraafplaats te Haarlem. Ds.
Keuning werd in allerijl benoemd tot waar
nemend burgemeester van De Rijp, en J.
Blaauw van Graft.
r a
t
Burgemeester Van Staveren ingehuldigd
Men zocht naarstig naar een opvolger,
maar die was eigenlijk al binnen handbe
reik. Na het vertrek van gemeentesecreta
ris Pieter van Andel in 1924, kwam een jaar
later vanuit het Zuid-Hollandse Ameide
Cornelis Anthonie van Staveren in Graft
wonen. Hij bleek de juiste papieren te heb
ben om gemeentesecretaris te worden en
nu ook als eerste burger van de twee dor
pen. Op het Westeinde (nu nummer 42)
werd een nieuwe woning gebouwd die
hij in 1932 samen met zijn vrouw en twee
dochters kon betrekken.
Burgemeester Romijn kreeg naarmate
zijn ambtstermijn vorderde te maken met
problemen als schaarste door de Eerste
Wereldoorlog en een hardnekkig aanhou
dende armoede onder de bevolking. Toch
kreeg burgemeester Van Staveren, na zijn
installatie begin december 1931, ook zo
zijn portie. Eerst was er de beurskrach van
1929 en de daaruit voortvloeiende malaise,
gevolgd door de bezetting van Nederland
in de Tweede Wereldoorlog. Onheilstij
dingen als de inundatie, met daaraan ge
koppeld het in huis nemen van evacués,
de aanmeldingsplicht voor mensen van
'Joodsche bloeden', op straffe van vijf jaar
gevangenis, en de verplichte ver-
fluistering, kwamen allemaal in
jde krant met zijn naam eronder.
Er zal misschien bij de bevolking
el eens een wenkbrauw gefronst
ijn, maar men begreep ook wel
at hij geen kant op kon.
|n maart 1942 kreeg hij er ook op
estuurlijk niveau mee te maken,
olgens de Alkmaarsche Cou-
ant betrof het hier de 'Installatie
an den dorpsboerenraad van den
gemeenten de Rijp en Graft' Van
Staveren moest min of meer de
weede viool gaan spelen toen de aan de
NSB gelieerde boerenleider C.L.C. de Boer
ten tonele verscheen. Officieel werd deze
waarnemend burgemeester, maar in de
praktijk kwam het erop neer dat hij in sa
menspraak met de bezetter, de lakens uit
deelde. Zo goed en zo kwaad als mogelijk
laveerde Van Staveren tussen de Duitse
regelgeving door, maar in 1944 werd hij
op non-actief gesteld omdat hij niet mee
werkte aan het aanwijzen van mensen
voor Duitse graafwerkzaamheden en om
dat hij weigerde bespannen voertuigen
te leveren voor de Wehrmacht. Men sprak
schande van dit onwettig ontslag, maar
ook hier was men met handen en voeten
gebonden. Onder Cas de Boer was het niet
alleen maar kommer en kwel; naar verluid
heeft hij heeft voor de Rijpers en Grafters
ook wel leed weten te verzachten.
Tussen de bedrijven door schafte van Sta
veren in 1943 nog wel even de Grafter tol
af, iets waar hij veel bijval voor kreeg. Met
de bevrijding in '45 kreeg hij naast het te
rugkrijgen van zijn eigen bevoegdheden,
11