Het eerste Rijper contact verlies hadde i worde thans o liet onverwi c len Heer JOH A i werkzaam le/ aandeo. 'Her Naam E R K hte ;vonden aanzien handte- rij. Privé jwde de >cholten n na het 't Trijntje verbin den ge- jlle was- g. Johan ?n derde te (1790- loos. Ze den met /eer een Ier zijns le gene- end wo- er echt- ïelingen i Rijp en nog wel let daar- t verder ndrik en Met Pieter (IV-i), de eerste zoon van de Purmerender Johan Hendrik (III), ontstond de eerste verbintenis met De Rijp. Hij trad in de ambtelijke voetsporen van zijn vader. Hij werd griffier van het Vredegeregt Kan ton Hoorn-Purmerend, later de Arrondis sementsrechtbank. Pieter huwde in 1870 met Neeltje Bek (1810-1883), dochter van de Rijper koopman en fabrikant ('Affaire in Hennep en Zeildoek'), Willem Willemz. Bek. Het echtpaar Geerke-Bek kreeg zes kinderen, waarvan de eerste zoon, Johan Hendrik, twee maanden na zijn geboorte overleed. De drie dochters bleven onge huwd en woonden gezamenlijk op het Ve- nediën in Purmerend. Na de dood van haar vader zette Maartje, de oudste dochter, de drankenhandel van haar vader voort. De overige twee zonen, Johan Hendrik en Wil lem, kozen ieder een andere richting. Een van deze twee zonen was weer een Jo han Hendrik (V-i). Hij huwde met Hermina Susanna Hermanusd. Bouman (1844-1922) en volgde aanvankelijk een theologische opleiding tot predikant. Deze studie werd afgebroken en wisselde hij in voor een le rarenopleiding, waarop nog enkele prak tijkjaren volgden. Uiteindelijk koos hij voor het beroep van telegrafist. Iets nieuws in die tijd, en wellicht nam hij zijn broer Wil lem (V-2) als voorbeeld met dezelfde op leiding. Beiden brachten het tot directeur van een telegraafkantoor, Johan Hendrik eerst in Purmerend, later te Grave. Ook dat bleek niet zijn ambitie. Hij nam ontslag, vestigde zich in Nieuwer Amstel en ging voor allerlei bladen werken als publicist. Johan Hendrik overleed aan een hartaan val, terugkomend van een bezoek aan vrienden, op het station van Overveen. Hij liet vrouw en een zoon achter. n de Nieuwe Amsterdamsche Courant ("Het Geeltje") stond bij zijn Memoriaal het volgende vermeld: "Den knappen verslaggever Geerke. Deze deed vooral van zich spreken door zijn voor treffelijke artikelen over de relletjes in den rumoerigen tijd van 7885-'95, toen Domela Nieuwenhuis zich deed gelden. Deze artike len deden de bekendheid van Het Geeltje ten zeerste toenemen I Het doorgeven van de Geerke-bloedlijn ging over op zijn enige zoon Hermanus Pieter (Vl-i) die er overigens voor zorgde dat, uit deze lijn, de enige nakomelingen voortkwamen die de stamboom Geerke tot op heden hebben voortgezet. Herman (Vl-i) was een 'doenig' mannetje. Hij was leraar en actief in het leger, maar MD OreiHê m «s

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2015 | | pagina 7