en elektrischgebroederlijk noost eikoor in 1958
de bovengrondse bedrading weg te wer
ken. Aan de Mijzenpolder, een beetje een
ondergeschoven kindje als het ging om
straatlantaarns, werd bij deze operatie ook
een paar extra lichtpunten toegewezen.
nog in de rij voor een aansluiting op het
eem.
-i op
/oor
akte,
in de
)ran-
5 rote
later
laat
)leef,
iarlij-
'aren
5 dat
n de
-pen,
van
?r. Er
;trici-
Ptdijk
en in
ken-
men
lan-
cher-
ings-
dorp
rland
nno-
iting.
lamp
lamp
tijd
ruim-
ektri-
Bkkig
Niet
/verk-
men
nog steeds bezig de investering eruit te
halen. Desondanks floepten begin jaren
vijftig overal op het Schermereiland bij het
invallen van de duisternis de elektrische
straatverlichting aan.
In de met plastic kap uitgevoerde arma
tuur zat een zgn. fluorescentielamp, of zo
als de man op straat zei: "een TL-buis".
In grote steden als Alkmaar, ook uitgerust
met een grote gasfabriek - bouwde men
het af. Gas en elektra spanden samen om
de duisternis te verdrijven, maar in 1968
ging de laatste lantaarnopsteker daar met
pensioen.
n Schermerhorn kwamen in 1960 ook TL-
palen, en het werden er gelijk 90 (i.p.v. 54).
Ook nam men de gelegenheid te baat om
In De Rijp was het anders.Ten opzichte van
Graft waren de rollen nu omgedraaid. Was
het begin vorige eeuw, bij de gas versus
olielampen-strijd, nog 1-0 voor De Rijp,
nu kwam Graft - inmiddels van elektrische
palen voorzien - op gelijke hoogte, en
naarmate de jaren verstreken, werd er een
riante voorsprong opgebouwd. Wat zullen
ze gelachen hebben daar op Graft, want
de jaren regen zich aaneen zonder dat er
in De Rijp wat gebeurde.
Pas in november 1958 gingen na een druk
op de knop (en onder luid gejuich van de
Rijpers) een kleine honderd elektrische
lantaarns branden. Daar was natuurlijk
wel wat voorbereiding aan voorafgegaan.
Omdat men nou eenmaal niet zonder
straatverlichting kon, verrezen er naast
de bestaande palen, nieuwe, elektrische
exemplaren, waarmee gelijk te zien was
dat men efficiëntie prevaleerde boven
schoonheid. De nieuwe palen, vaak groen
met drie keer een verloop in dikte, waren
vergeleken met hun gietijzeren voorgan
ger, ronduit sober te noemen.
In 1948 was men begonnen met het uit
breiden van De Rijp aan de zuidkant. Hoe
het zat met de straatverlichting daar is
onduidelijk. Op oude foto's van de Leeg
waterstraat en de Lakemanstraat is geen
lantaarnpaal te bekennen.'Zuinigheid met
vlijt' was kennelijk nog steeds het motto,
dus het zal me niets verbazen als hier sim
pelweg geen voorzieningen voor getrof
fen waren. Voor het Baanmanslandje, waar
maar drie huizen stonden, was dat zeker.
Ondanks dat het nagenoeg naast de gas
fabriek lag, heeft daar nooit een gaslamp
gebrand.
Als gevolg van de overschakeling naar
elektra, sloot de gasfabriek een jaar later
haar deuren. Aardgas was het nieuwe to
verwoord, maar deze contreien stonden
WËÊÊKÊÈBmtÊÊBmÊmm