Want dat was een bijkomend probleem. Er gebeurden nogal wat ongelukken op straat ten gevolge van de duisternis. Voor al het aantal mensen dat te water raakte, steeg explosief. In oktober 1945 konden de gaslampen in De Rijp weer beperkt bran den, maar het duurde vanwege het grote brandstoftekort nog enige jaren voordat er weer volop licht was in de straten. De Rijper courant van 22 maart 1947 laat zien dat die winter de verlichting uit bleef, en dat er alleen gas was om drie (gevaarlij ke) bruggen te verlichten. Welke dat waren stond er niet bij, maar aannemelijk is dat dit de Beemsterbrug, de Kralinger- en de Dambrug zijn geweest. In andere dorpen, die anders dan De Rijp met het P.E.N. van doen hadden, was het niet veel beter. Er was sprake van rantsoenering op elektrici teit voor straatverlichting. In Oost-Graftdijk brandde na de oorlog helemaal niets, en in Driehuizen en Grootschermer - waar ken nelijk wel elektriciteit was - klaagde men over de slechte lichtopbrengst van de lan taarns. Bij de ingang van 't Zuidje in Scher- merhorn, brandde het zgn. 'oriënterings lampje', dit omdat de ingang van het dorp anders simpelweg niet te vinden was Van na de oorlog tot eind jaren zestig Met de wederopbouw van Nederland kwam er ook ruimte voor technische inno vaties op het gebied van straatverlichting. De (walmende) boog- of koolstaaflamp raakte uit het zicht, en ook de gloeilamp had als straatverlichting zijn langste tijd gehad. Ondanks die innovaties en het ruim schoots voorhanden hebben van elektri citeit, bleven veel gemeenten hardnekkig vasthouden aan de gasverlichting. Niet echt verwonderlijk, want buiten de werk gelegenheid die het opleverde, was men rancier/fabrikant voor de armaturen, want in alle dorpen zag je dezelfde modellen hangen, veelal hoedvormig en grijs. Verduisteren Officiëele mededeelingen In de Tweede We- eldoorlog kon en de lantaarns De Burgemeester van de Gemeenten Graft en de Rijp maakt bekend, dat vanaf hedenavond Vrijdag 10 Mei) algeheele verduistering en af scherming van licht plaats moet vinden. Alles moet dus volkomen ver duisterd zijn. Voorts, dat de Inwoners zich gereed dienen te houden om geëvacueerden te huisvesten en te voeden. Het is mogelijk, dat hiermede zeer spoedig een aanvang zal worden gemaakt. De Burgemeester voornoemd, C.A. VAN STAVEREN. branden, mochten aar :e dit niet van de Rijksinspectie van e Luchtbescher- ing, tenminste, Ihiet zonder dat ze eprepareerd wa ren. Deze instan- tie, die optrad als en soort 'nacht- acht', zag erop Itoe dat het licht uiver verticaal inaar beneden cheen, waarvoor alen soms ver ogen moesten orden. Of dit p het Scherme- eiland ook ge beurde, is niet bekend. Wel ging het vaak in combinatie met de zgn. verduisterings lampen of het afplakken van het glas. Aan het einde van de oorlog was er hele maal geen elektriciteit meer, en bleven de lantaarns dus uit. De Rijp mocht dan voor haar straatverlichting niet zijn aangewezen op elektriciteit, kolen waren er ook niet. Het moet - vooral met bewolkte weer - on voorstelbaar donker zijn geweest, en ori ënteren bleek zelfs in de kleinschaligheid van een dorp bijzonder lastig. Soms wer den lantaarnpalen zelfs witgeschilderd om in het donker nog enigszins op te vallen. rti r' i >f

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2015 | | pagina 26