7 hef r? der rtikel deze rking >p na rlich- 5 niet olie- -] ook n die It als: ver- ?rug- erga- it de s dat tom- ?brek 'estie rheid kon d; op je de nden tl eens draden Naarmate de Eerste Wereldoorlog vor derde, stokte de petroleumaanvoer en werden alleen de meest noodzakelijke lampen aangestoken. Pas rond 1917, nadat het dorp het dorp werd aangesloten op het elektriciteitsnet, verdubbelde men het aantal palen naar ongeveer vijftig. Foto's van na die tijd laten zien dat het er niet bepaald mooier op werd. Het straatbeeld wordt gedomineerd door een wirwar van draden en houten elektriciteitspalen. Aan de laatstgenoemden werden ook de lan taarns gemonteerd. Tot 1960 werden het Oost-, West- en Zuideinde (veel meer was er toen nog niet) verlicht door slechts 54 lantaarnpalen. Elektrische straatverlichting Hierboven gaf ik de volgende stap al een beetje prijs: Elektra. Zo'n beetje tussen 1915 en 1925 werden alle dorpen op het Scher mereiland (en in de rest van Nederland) aangesloten op het elektriciteitsnet. Maar soms ook al eerder. In delen van de Bol lenstreek was er in 1901 al electrisch licht', Overigens schortte het nog wel eens aan lichtopbrengst en regelmaat waarmee ge leverd werd. In Bloemendaal - notabene de thuisbasis van stroomleverancier K.E.M. - had men van ellende maar weer petrole umlampen opgehangen. Ze vonden daar een mooi plekje voor: aan de nieuwe elek trische lantaarnpalen. Het installeren in de dorpen ging aardig vlekkeloos, maar het behoud, onderhoud en het kostenplaatje bleven toch een beet je een sluitpost op de begroting. Zo was er in 1936 in Oterleek even sprake van dat er gekozen moest worden tussen het behoud van de school of de straatverlichting. En zuinig was men nog steeds; na midder nacht gingen in veel plaatsen de lantaarns uit, en in de zomermanden gingen ze niet eens aan. Later in de jaren dertig liet men de teugels iets vieren. Voor Grafter vracht rijder Cor Jongkind aanleiding om in 1933 naar de gemeenteraad te stappen omdat het hem was opgevallen dat de straatver- Soortgelijke armaturen waren ook op het Schermereiland te vinden lichting brandde terwijl het hartje zomer was. De gemeente Graft kon dit doen om dat het heel slim een contract afgesloten had met het P.E.N. waardoor alle straatlan taarns kon branden voor een kwartje per avond. De houders waarmee armaturen aan de houten palen bevestigd waren, verschil den van dorp tot dorp; in Schermerhorn waren het sierlijk vormgegeven ornamen ten, in Driehuizen meer 'recht-toe-recht- aan'. In de Graftdijken stonden gietijzeren palen met een gebogen bovenkant, en waren de draden netjes weggewerkt on der de grond. Kennelijk was er toentertijd maar één leve- E 1 m I StïïfïïS 24 Süi i 1 r a n fl mm llillfllil n

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2015 | | pagina 25