Schermerhorn jaren dertigdraden, draden en nog eens draden
tarens'. Kennelijk was er bij de buidels on
derling geen echte eensgezindheid, want
hierboven konden we al lezen dat wat de
buidel van Graft vertikte, die van de Graft-
dijken en Noordeinde wel voor de inwo
ners deden, nl. brandstof kopen.
Het aansteken van de petroleumlampen
was vaak nog een heel gedoe, vooral bij
harde wind. Fred Hoek schreef er in 1988, in
dit blad, al eens een mooie anekdote over:
"In 1915 stond voor mijn geboortehuis, voor
het deel van Janus Barlage, een van de wei
nige straatlantaarns die Oost-Graftdijk rijk
was. Deze petroleumlampen werden aan- en
uitgedaan door de roodharige Leen Schoon
(Rooie Bal). Zo kon het gebeuren dat hij bij
harde wind de lantaarn niet in de brand
kreeg, en dan schreeuwde: "Janus, je blijft
vannacht in het donker"
Schermerhorn
Schermerhorn moet in vroeger tijden
een behoorlijk donker plaatsje zijn ge
weest. Oude documenten geven prijs dat
er tot 1870 iets moet zijn geweest dat op
openbare straatver-
lichting leek. Dit in
de vorm van olie-
lantaarns, maar op
vroeg fotomateriaal
zijn ze maar heel
mondjesmaat te
ontdekken. In dat
zelfde jaar 1870 stelt
de gemeenteraad
bij monde van De
heer D. Kos voor, om
tot 'afschaffing der
straatverlichting over
te gaanIn de no
tulen stelt men: 'op
grond van dat men
tot bezuiniging moet
overgaan, dat de verlichting alhier in het
belang is voor de bewoners van de kom der
gemeente, dat de verlichting een luxe artikel
is en de slechte financiële toestand van deze
gemeente Schermerhorn in aanmerking
genomen men geen luxe artikelen er op na
mag houden'. En zo ging de straatverlich
ting van Schermerhorn - die overigens niet
veel meer behelsde dan een handvol olie
lantaarns -'op zwart'. En passant kreeg ook
de lantaarnopsteker zijn congé, wat in die
notulen heel mooi omschreven wordt als:
'het traktement der lantaarnopsteker ver
valt'. Eén en ander is later toch weer terug
gedraaid, wanneer is onbekend.
In december 1906 werd de raadsverga
dering geopend met de klacht dat de
lantaarns in Schermerhorn - ondanks dat
ze van dezelfde makelij als die in Stom-
petoren - minder licht gaven. Bij gebrek
aan aanwijsbare redenen werd de kwestie
doorgeschoven naar een lagere overheid
(lees: de lantaarnopsteker). Erg druk kon
deze het overigens niet hebben gehad; op
het hele Westeinde - toch zo n beetje de
langste straat van Schermerhorn - stonden
maar drie lantaarns.