woonhuis. Het authentieke en gave winke linterieur is zoals gezegd overgedaan aan het Zuiderzeemuseum. De chaletachtige schuur, waarin een heuse rosmolen was ingebouwd, is in 1970 verbouwd tot woon huis en atelier voor kunstschilder Luis Fil eer en Maja de Herder. op allerlei terreinen actief en zat in tal van verenigingen. Hij zat in de Landweer en het reiswezen. Over dit alles schreef hij een twaalftal boeken, maar ook veel artikelen over o.a. de Melbourne-race, Napoleon, Van Heutz, Jan Pietersz. Coen e.d. Hij huw de in 1911 met Carolina Wilhelmina Vergeer en kreeg een dochter en een zoon. ond Jo t tegen r gebo- ekleed. op. Hij Hij hod kwam harina Hatter- en ze dat de 3r on- Jaarna vamen ?ur uit. :ijn zus er een 1 rond De rest van de Geerke's Of de oom van Kokende snert, Anthony Pieter (V-4). Na aanvankelijk sigarenfabri kant en handelaar in grutterswaren te zijn geweest, koos hij alras voor de dames-, heren- en kindermode, van top tot teen, d.w.z. van hoed tot schoenen. Eerst in Wor- merveer, later in Haarlem aan de Grote Houtstraat. Over de uitwaaieringen en verschillende, soms verbazingwekkende, ontwikkelingen van de andere Geerke's is veel te vertellen. Neem nu Hermanus Pieter (Vl-i), in de wandeling Piet genaamd, die het geslacht in de bloedlijn voortzette. Piet werd leraar geschiedenis en aardrijkskunde in verschil lende plaatsen, o.a. ook in Alkmaar. Hij was Anthony huwde in 1881 met Leentje Leguit, een tante van Kokende snert. Va der Leguit was de maker van de wieg wel ke in het Rijper Museum wordt bewaard en meerdere keren in de Kroniek is afge beeld en beschreven. In de wieg hebben vijf generaties van de familie, inclusief Geerke's, hun levensstart doorgemaakt. Leentje en Anthony kregen zes kinderen, waaronder ook weer een Johan Hendrik (VI-6). Dochter Catharina Helena huwde met de bekende grafisch ontwerper Ja cob Jongert, leermeester van ontwerper Mart Stam. Johan Hendrik, roepnaam Jo (VI-6) en neef van Kokende snert, was bouwkun dige, eerst bij de gemeente Arnhem, later bij het openluchtmuseum aldaar. Hij regelde o.a. de verplaatsing naar het museum van de blekerij, de brouwerij, de dubbele ophaalbrug, de Zaanse Buurt en een van de Alkmaarse molens van de"Zes Wielen" (1941). *8:1 i ii

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2015 | | pagina 13