al op 6i-jarige leeftijd, Johan Hendrik werd
72 jaar.
De Rijper Johan Hendrik
Deze heette echter Johan Hendrik Nico
laas, geboren uit Pieter Geerke (V-5) en
Geertje Leguit (1858-1916), beiden uit De
i
nd
Snert
Rijp. De toevoeging van Nicolaas had te
maken met de vernoeming naar de groot
vader van moederszijde.
Johan Hendrik Nicolaas staat vetgedrukt in
het voorgaande schema omdat hij de aan
leiding vormde tot dit verhaal, maar onge
huwd en dus kinderloos bleef. Hij kwam op
27 juni 1882 in De Rijp ter wereld en werd
kortweg Jo genoemd. Op latere leeftijd
kreeg hij de eerder genoemde bijnaam
'Kokende snert', omdat hij blazend en puf
fend zijn weg zocht in De Rijp.
Een jaar na zijn geboorte nam zijn vader
Pieter (V-5) de zaak van weer zijn vader
over die er ruim 50 jaar had opzitten. De
vader van Jo was een actieve dorpeling.
Hij was gemeenteraadslid en wethouder
(1901,1902 1905, 1907,1909,1913) van de
gemeente De Rijp. Daarnaast was hij, naast
uitbater van de grutterij en winkel aan het
latere Oosteinde, ook actief in allerlei com
missies en verenigingen, o.a. zetter der
Rijks Inkomstenbelasting en hoofd van de
Bak (brandspuit).
Hij was natuurlijk ook lid van de Tuinbouw-
vereniging De Rijp en Omstrekenen een
groot afnemer van de plaatselijk geteelde
producten, waardoor hij veel aanzien ge
noot. Vooral peulvruchten en zaden voor
de grutterij hadden natuurlijk zijn belang
stelling. Vader Piet bestierde de winkel. Hij
bond zakjes meel en andere producten
dicht met een touwtje, welke werden ver
zameld en rondgebracht door zijn zoon Jo.
Als werknemer heeft Jan Obée daar ge
werkt. Die liep met handkar de klanten af
in Grootschermer.
Als Jo z'n vader 76 jaar is, vindt deze het
welletjes en zet op 22- en 29 juni 1929 de
hele zaak te koop, respectievelijk in De
Drie Meren de Goedkoope Pumerender
Courant.
Het perceel was groot 11,1 are en het was
een samentrekking van twee percelen. Op
het perceel 'Tuingrond' stond vroeger, ne
gen meter vanaf de straat, een woonhuis
en aan de slootkant een schuur, beiden
waren toen al afgebroken. Het was destijds
het grootste handelshuis in koloniale- en
grutterswaren van Noord-Holland.
Kennelijk is de verkoop niet doorgegaan of
werd er van afgezien. In ieder geval bleef
het pand door de Geerkes bewoond. In het
boekje'Houten Huizen'van Herman Janse
staan de opstallen uitvoerig beschreven.
Het oorspronkelijke huis is een jaar na de
eerste grote dorpsbrand van 1654 opge-
10