Het Oeuvre Posthume van Hans Keuning bevat een vijftigtal UKV's (Ultra Kort Verhaaltjes).
Jeugdherinneringen die hij zelf omschrijft als 'blaadjes die in de herfst van een boom vallen'.
De redactie van de Kroniek raapte ze op, plaatste ze op onze website, en wil er elke keer één
of twee in De Kroniek zetten.
Gerbrand
Zijn vader was pontbaas en caféhouder in
Spijkerboor.
Elke dag zette vader Jan enkele fabrieksar
beiders, die vanuit De Rijp sjouwerswerk
gingen verrichten in de meelfabriek van de
Gebr. Laan in Wormerveer over het Noord
hollands Kanaal.
Zoon Gerbrand had weinig lust om dat
werk van zijn vader over te nemen, want
hij had heel andere interesses. Muziek was
zijn grote hobby. Hij leerde zichzelf ac
cordeon spelen en door op bruiloften en
partijen op te treden verdiende hij al snel
wel zoveel, dat hij pianolessen kon nemen
en ook al gauw kon geven. Gerbrand bleek
een uiterst muzikaal getalenteerd jong
mens, die slechts één handicap had: hij
leed aan depressieve aanvallen. Dat was
hem naar alle waarschijnlijkheid door zijn
moeder meegegeven, want mijn vader, die
haar onder zijn doopsgezinde gemeente
leden telde, zei wel eens dat vrouw Hop
"wat zwak van hoofd was".
Toen dominee Van Giessen op een tragi
sche manier was overleden en de pastorie
in Oost-Graftdijk onbewoond zou blijven
omdat de gemeente zich geen nieuwe
dominee meer kon veroorloven, trok Ger
brand er met vrouw en kinderen in. Hij
had het er uitstekend naar zijn zin, want hij
vond er de rust, die hij zonodig had in het
wijde uitzicht over het Noordhollands Ka
naal en de verre weiden aan de overkant.
Enkele keren per dag kwam de lijnbus van
Alkmaar naar Purmerend voorbij over het
smalle weggetje voor zijn huis en dat was
het wel.
Om zijn depressieve buien te beheersen
nam hij elke morgen een duik in het kanaal.
Met een lach in zijn ogen vertelde hij mij,
dat de juist passerende lijnbus eens stopte,
toen hij weer eens halverwege het kanaal
zwom, omdat de passagiers meenden een
drenkeling te zien. Hij wuifde vanuit het
water vriendelijk naar de bus, waarop deze
aarzelend weer verder reed.
Al gauw was hij de spil van veel muziekle
ven op het Schermereiland,de Beemster
en de Schermer. Hij gaf les, leidde één of
meer accordeonorkesten en toerde voor
dat werk op zijn bromfietsdoor het toen
nog rustige landschap.
Toen ik na de oorlog naar het conservato
rium ging, leerde ik hem echt kennen als
45