pier, gummetjes enzovoort. Eén potkachel
tje hield de hele winkel warm.
Aan mijn vader vroeg ik wat ik zou moeten
gaan verdienen, maar hij zei: "ga eerst maar
aan het werk, kijk maar wat je presteert
Ik verdiende per week drie gulden. De bus-
kaart kostte per maand één gulden vijftig,
dus ik ging op de fiets natuurlijk. Ik kreeg
een nieuwe fiets, een Springfield. De fiets
kwam van Kees Nieuweboer op het eind
van de Kerkstraat.
De boekwinkel was een trekpleister, omdat
er een bibliotheek in was. Ook al was er nog
weinig te koop, de mensen kwamen wel
om een boek te lenen. Dat kostte eerst tien
cent, en later vijfentwintig cent. Dat leverde
klanten op. Ik ging al vroeg mee naar de
Jaarbeurs met (naar later bleek) mijn aan
staande schoonvader om inkopen te doen.
Vertegenwoordigers kwamen aan de deur
voor de boeken en deze werden ook thuis
bezorgd.
Later ging ik 25 gulden in de week verdie
nen, toen ik nog winkelmeisje was. De zoon
van de boekhandelaar, Jan Rijkenberg,
kwam in 1949 terug uit Indië. Hij hoorde
bij de 7 december divisie. De winkel zag hij
eerst nog niet zo zitten. Alle mannen die te
rugkwamen mochten van de regering ech
ter een maand vrij reizen. Zijn vader vond
het ook goed. Ik merkte al wel dat hij me
leuk vond!
De Rijp verlaten
953- Op de trap van de pastorie in De Rijp
In 1953 zijn we getrouwd. Eerst woonden we
heel klein, letterlijk achter de winkel. Later,
na vele verbouwingen, gingen we boven de
winkel wonen en kregen twee dochters. We
werkten eerst samen in loondienst bij mijn
schoonvader, maar later konden we de zaak
overnemen. Ik haalde vakdiploma's voor de
kantoorboekhandel. Jan had zijn midden
standsdiploma. Mijn typediploma haalde ik
bij Instituut Koopman in Purmerend.
Ik heb heel lang het geld van de openstaan
de rekeningen opgehaald bij de klanten
thuis. Vrijwel alles werd op de lat gekocht.
Ook verkocht ik wel boeken aan de deur.
Eenmaal wel zestig exemplaren van een
van de meest gelezen schrijfsters van dat
moment, mevrouw Visser-Roosendaal. Ze
schreef voornamelijk streekromans. De
klanten noemden mij altijd 'het meisje van
Rijkenberg'.
Jan en ik hebben 42 jaar
samen de boekhandel ge
had in Purmerend. Daar
ben ik wel trots op. Met
weinig middelen zijn we
begonnen en toch een
goede zaak opgebouwd
met eerlijke handel. Ik kan
me niet herinneren dat we
toentertijd last hadden
van criminaliteit. Door het
vele staan had ik nogal
eens last van lichamelijke
ongemakken. Ik ben vaak
geopereerd. Gelukkig had
ik een huishoudelijke hulp
33