Pieter Holsteyn, Vidimus voor het glas-in-loodroam van de Schermeer, 1635 Collectie van de R.C.E., Amersfoort. Inv.nr. Th.422.a II (Afm: 30,5x17,8 cm.) ven) 'karton' maken: een tekening op exact hetzelfde formaat als het bestelde raam: 356 cm hoog en 197 cm breed. Met behulp van dit karton brengt de kunstenaar de voorstelling over op het glas, waarna de beschilderde ruitjes in een oven gebrand worden. Vervolgens worden de losse ruitjes met behulp van loodstrips aan elkaar gezet. Om het glas tegen inwateren te bescher men, wordt tussen loodstrip en glas kit aangebracht. Dan is het glas-in-loodraam klaar en kan het geplaatst worden. Transport en plaatsing Wanneer het raam klaar is, moet het van Haarlem naar Schermerhorn vervoerd worden. Daarvoor roept Pieter Holsteyn de hulp in van de kistenmaker Jacob Jansz., zoals hierboven al is verhaald. Het resultaat Ondanks en misschien wel dankzij alle res tauraties hebben we, bijna 380 jaar nadat Pieter Holsteyn het raam vervaardigde, een aardig beeld van wat het polderbe stuur ziet, wanneer het raam geplaatst is. Met de twee menselijke figuren die het wapen flankeren, haakt Pieter Holsteyn in op de actualiteit van dat moment. Hij brengt de gevolgen van de droogmaking voor de inwoners van Schermerhorn her kenbaar in beeld. Links staat een visser, die niet voorbereid is op de nieuwe tijd en zich zorgelijk op het hoofd krabt, omdat hij zijn broodwinning verloren ziet gaan. Rechts staat een karnende boerin, die in de land aanwinning een goede toekomst voorziet. Een bijzonder eindresultaat, waar het pol derbestuur trots op mag zijn. Over de plaatsing is niets bekend. De ker karchieven zijn met een grote brand, die het dorp Schermerhorn in 1699 trof, verlo ren gegaan. De raamdelen zullen met zorg op de hen toekomende plek gezet zijn, want de 17de eeuwse maatschappij is sterk op een hiërarchische orde gericht. Of het raam van de Schermeer zich nog op zijn oorspronkelijke plaats bevindt, is niet meer te achterhalen. Voor 1887 is een aantal ramen in de noordelijke en zuide lijke muur van de kerk onherstelbaar be schadigd. De resterende ramen zijn toen samengebracht in de noordelijke muur, waaraan het kerkhof grenst.(12) Mmm

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2015 | | pagina 24