Op den 7e Augustus 1873 is de eerste steen von dit gebouwgelegd door Jon Ven nik Dij kg roof. In tegenwoordigheid von Pieter Jocobsz Groot, Jon Koster Heemroden en Jon Willem Bek von het waterschap de stornmeer komerhop. In januari 1873 werd gestart met de ontwikkeling van het gemaal. Voor het ingenieurs bureau was het geen punt; er lag immers genoeg basisma teriaal op de plank. Volgens het bestek omvatte de werk zaamheden: 'Het maken van een gebouw, voor het te stich- ten stoomgemaal met schoor steen, machine- en stoomketelbemetselin- gen, pompkomer en verdere doormede in verbond stoonde werken, zoools nader in dit bestek zal worden omschreven, met bijleve ring der doorvoor benoodigde bouwstoffen en werkloonenZodoende kon op 23 mei 1873, in het Polderhuis te Spijkerboor, het nieuw te bouwen stoomgemaal al worden aanbesteed. De aannemers, de gebr. Jan en Dirk van der Molen uit de Beemster, en Pieter van Wijngaarden uit Edam, wilden het voor de laagste prijs bouwen, de aan- neemsom bedroeg 17.384,00. De Van der Molen's namen de werken 'in den droge' ter hand, en Van Wijngaarden, oorspronkelijk uit Papendrecht, nam het 'natte' deel voor zijn rekening. Destijds een gebruikelijke manier, men kende droge en natte aannemers. Het bestek van 23 mei 1873 vermeldde als fundering heipalen van 6 meter: 36 palen onder de schoorsteen; 42 stoomketel; 40 174 pompmachine; gebouw en pompkamer. De eerste steen van het gemaal kon op het einde van de zomer al worden gelegd, bo venstaande gedenksteen herinnert hier aan. In het uiteindelijke plan werden in de voorkant, in plaats van een dubbel deurs- tel in het midden, twee dubbele deuren geplaatst, één centraal en één rechts daar van.Beide aannemers gingen voortvarend te werk en konden het project reeds in december 1873 opleveren, waarna het in gebruik kon worden genomen. Het gebouw was inwendig 11 meter lang en 8,80 meter breed. De vloer kwam 0,45 m. AP (Amsterdams Peil) en de nok lag daar 6,90 meter boven. De lager gelegen pompenkamer had inwendige afmetingen van 3,25 x 3,35 meter. De bovenkant van de schoorsteenfundering lag op 5,25 m. - AP terwijl de bovenzijde van de schoorsteen eindigde op 22 m. AP. De machinistenwoning Pas In 1878 werd een geldlening aange gaan van 2.000,00 voor de bouw van een machinistenwoning. Waar de machinisten daarvoor bivakkeerden is een raadsel, wel licht renden ze naar het gemaal als het hard begon te regenen. Op donderdag 28 8 rr n n 1 11 1 jp.-hn' iim u

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2015 | | pagina 8