mm
j
De Koophandel 5 achter de fabriek.
Jaren zestig (foto Lies Gerbehij).
Wij hadden in die jaren ongeveer tien vas
te arbeiders en in de oogsttijd nog meer.
De bijnaam van mijn vader was toen: 'De
tarwekoning van Noord Holland' Je moet
je voorstellen, dat alle granen van het
boerenland werden aangeleverd in jute
zakken. Tarwe 75 kg, gerst 70 kg, haver
50/60 kg, en peulvruchten 75/80 kg. Het
was zwaar, maar niemand klaagde. Met
de invoering van de 'Combine' (een soort
maaimachine) veranderde er veel, alles
werd nu los gestort aangeleverd, wat in de
fabriek, (zo werd De Hoop genoemd) een
grote reorganisatie teweegbracht.
In Middenmeer en Slootdorp hadden wij
belangrijke leveranciers van tarwe. Schip
per Visser mocht daar geen lading opha
len, hij was nl. beurtschipper, en de Wie-
ringermeer was het gebied van schipper
Beers. Deze had voor ons eens een schip
geladen bij L.E. Kremer in Middenmeer. De
schipper had het schip alvast meegeno
men naar zijn bedrijf in Winkel, 's Morgens
belde de krantenjongen aan bij de schip
per met de woorden: "Je skuit is zonken".
De schipper ging kijken en zag de tar
wekorrels drijven. Alleen het dak van de
stuurhut stak nog boven het water uit. Wij
erheen, en de verzekering gebeld; het liep
uiteindelijk nog goed voor ons af.
In 1966 hebben wij de beurtschepen van
fa. S. Visser overgenomen. Vier schepen,
en schipper Henk Nibbering kwam ook
mee. Wij hebben tot de sluiting van de
beide meelfabrieken heel veel graan ver
voerd met de Koophandel I en II, de an
dere twee schepen waren voor opslag.
Uiteindelijk zijn de schepen verkocht; één
aan een particulier en de anderen aan een
scheepsmakelaar.
In 1970 hebben wij de eerste korrelpers
geplaatst, waarmee wij zelf diverse soor
ten voer maakten, het zgn. biks Voorna
melijk voor rundvee, paarden en schapen.
In deze tijd verdienden de buurjongens,
Bram de Jong, Harry Broersen, Henk Mul
en later de vrienden van onze kinderen,
Hans de Wit en Mark Winter hun eerste
zakcentjes.
r
1
x c
24
Wlfc
T
U
0-