Noordbeemster Vanaf 1915 was hij werk zaam geweest bij Werkspoor in Amster dam. Bovendien was hij niet onbekend met het gemaal, omdat hij herhaaldelijk het Noordhollandsch kanaal overstak om Hildering te helpen. Cor Schoon huwde een maand na zijn indiensttreding met Ca- tharina (Trien) Ruijter (1898-1982). De dag na hun huwelijk moest de machi ne, na twee jaar stil te hebben gestaan, on der stoom worden gebracht. Hij moest er dan bij blijven, zodat samen koffie drinken en eten bij de ketel moesten plaatsvinden. Het is wel eens gebeurd dat er 42 uur ach tereen gestookt moest worden; van echt slapen kwam het dan niet. Soms kwam het buitenwater op een peil dat er niet meer geloosd mocht worden, maar de polder nog wel wateroverlast had. Dan bleef de ketel onder stoom om op het eerste sein weer te kunnen malen. Cor Schoon begon op 16 augustus 1923 als machinist het gemaal te bedienen voor 600,00 per jaar. Geen vetpot, maar wel met vrij wonen, kolen en een tuin. Boven dien kon hij bijverdienen met smids- en loodgieterwerken, waarvoor de kolen- loods werd opgedeeld om plaats te maken voor een werkplaatsje. Hij zou dat 52 jaar lang volhouden. Bij het stoken van de ketel werd Schoon geholpen door de polderwerker Joost Ooms, en later door Anton van Leyen en Cornelis Bruin. Zoals eerder vermeld is tot tweemaal toe is de polder geïnundeerd geweest. In het begin van de oorlog door het Nederlandse leger om de opmars van de Duitsers te vertragen, en op het einde van de oorlog door de Duitsers om de zelfde reden of om de bevolking dwars te zitten. Op 21 februari 1944 werd voor het laatst gemalen en op 7 maart begon de inundatie. De machines werden op 10 juni Cor Schoon op z'n Indian met broer Jaap op de duo. Jaren twintig

Tijdschriften Regionaal Archief Alkmaar

De Kroniek : Graft-de Rijp en Schermer | 2015 | | pagina 19