De Rijp moet bijzonder fraai zijn geweest,
want het werd vervaardigd door de be
gaafde glasschilder Jan Maartenszoon En
gelsman (gedoopt 1593). Engelsman was
afkomstig uit Hoorn en verhuisde naar Alk
maar, waar hij in 1654 overleed. Het stads
bestuur was ongetwijfeld ingenomen met
deze glasschilder, die zijn talenten al om
streeks 1633 had bewezen met een verfijnd
raam met het Alkmaarse wapen voor de
slotkapel van Egmond aan den Hoef.
Vijfjaar later werd de kerk te Etersheim (bij
Oosthuizen) door hem voorzien van een
door Alkmaar geschonken raam. In 1639
was Engelsman druk bezig met het raam
voor De Rijp, en daarnaast werkte hij aan
ramen voor kerken in Broek in Waterland en
Wormerveer. Hij ontving voor deze drie ra
men tezamen 246 gulden en 10 stuivers van
de Alkmaarse vroedschap.
Zijn meest prestigieuze werk werd even
wel een kolossaal raam in de Grote Kerk
te Alkmaar, waaraan hij vanaf 1642 zou
werken. Hiervan is niets overgebleven. De
meeste gebrandschilderde ramen die hier
genoemd zijn, hebben de tand des tijds
niet doorstaan. Alleen in de slotkapel van
Egmond aan den Hoefis nog een prachtig,
maar sterk gerestaureerd, wapenraam van
Engelsman te zien. De zilveren burcht van
Alkmaar op het rode wapenschild is groot
geschilderd, omgeven door geschilderd
architecturaal kwab- en rolwerk en versierd
met fruit en engeltjes. In het kader onder
het wapen kunnen we een bijzonder fijn
getekend, landelijk tafereel met rustende
jagers ontwaren. Helaas is dit glas nogal be
schadigd.
Nu kunnen we ons vervolgens afvragen
welke afbeelding Engelsman op het raam in
De Rijp onder het wapen geschilderd had.
Daar moeten we echter naar gissen, want
dit is met de kerk en een groot gedeelte van
het dorp De Rijp verloren gegaan tijdens de
grote brand op 7 januari 1654.
Detail van het wapenraam in de slotkapel te
Egmond aan den Hoef. Jagers rusten na de jacht.
Het tweede wapenraam geschonken door
Alkmaar
De grote brand in De Rijp heeft tot in de
verre omgeving diepe indruk gemaakt.
Ook de Alkmaarse bevolking was hierdoor
aangedaan en wilde graag helpen. In het
stadsresolutieboek, waarin de beslissin
gen van het Alkmaarse bestuur zijn opge
tekend, lezen we dat de vroedschap in dat
rampjaar maar liefst driemaal hulp heeft ge
boden aan dit geteisterde dorp. Al vijftien
dagen na de brand werd een verzoek van
de vroedschap en schepenen van De Rijp
ingewilligd om 20 tot 22 weeskinderen uit
De Rijp in de stad op te nemen. De kinderen
werden ondergebracht in een 'goodshuys',
liefdadigheidsgesticht van de kerk 'om
9