langzamerhand verdween, verloren de
zeevarende buidels ook hun oorspronke
lijke betekenis. Er werd een nieuw regele-
ment opgesteld waarin werd besloten dat
er voortaan ook ten behoeve van het 'atge-
meene nut' uit geput kon worden. In 1883
betaalde de buidel inOost-Graftdijkbv.de
aanleg van openbare straatverlichting en
verhuurde men land voor een zeer schap
pelijke prijs aan 'nooddruftige' arbeiders
die zo zelf hun wintervoorraad konden
verbouwen. Veel van het kapitaal werd
belegd in onroerend goed, zoals landerijen
en opstallen die vervolgens op contractba
sis werden
verhuurd.
Hier zijn nog veel stukken van terug te vin
den in het archief van de OHV.
Alle buidels hebben zo een "eigen"verhaal,
zoals en over die van West-Graftdijk vond
ik onlangs in het archief van mijn vader
een brief, die hieronder is weergegeven.
De ambtelijke taal is niet van de lucht en
geeft aan dat een eerder contact hier aan
ten grondslag heeft gelegen. Jammer ge
noeg heb ik hier de hand niet op kunnen
leggen, dus de precieze aanleiding is on
bekend. Opmerkelijk is overigens het ont
breken van de volledige aanhef.
PARKET VAN DE OFFICIER VAN JUSTITIE TE ALKMAAR
Aan de Heer Burgemeester
van Graft.
KENMERK a 161/58 GD i
BIJLAGEN
ONDERWERP
KENMERK
alkmaar 28 april 1961
Mijn aandacht is andermaal gevestigd op de Zeevarende Buul
te West Graftdijk.
Het wil mij voorkomen dat de Buul oorspronkelijk een onder
linge verzekering is geweest "tegen de risico's van de Zee en de
Zeeoorlog. Be Leden storten een inlegsom en daaruit werden de
ui tker ingen- gedaan".
Blijkens het in 1810 verleden reglement en het testament
heeft men voorzien dat het aantal leden zou verminderen.
In artikel 4 van het testament werd danook "bepaald dat de
jaarlijkse overschietende revenuen en inkomsten van de bezittin
gen en eigendommen aan de Gereformeerde Diaconie van West-Graft
dijk en aan het dorp West-Graftdijk zelf ten goede zouden komen.
Er is thans een toestand ontstaan waarin de beheerders van
de Buul aan niemand verantwoording schuldig zijn.
Uit de artikelen 2, 6 en 8 van het testament, luidende:
art. 2: "Doch zo het getal van daartoe bevoegde leden verminderd
zal zijn tot vier personen, zal de jaarlijkse rekening
moeten worden gedaan aan de leden van het plaatselijk
bestuur van West-Graftdijk enz."
art- 6: "Het getal der Leden van de Zeevarende Buul zo zeer af
genomen zijnde, dat zij ingevolge de vorige artikelen
onbevoegd zijn de administratie en directie aan zich zei
ven te houden, zullen het doen der rekening der alsdan
fungerende administrateur, de nog aanwezige Leden der
Zeevarende Buul daarbij tegenwoordig moeten zijn."
art. 8: "De administratie en directie aan het plaatselijk be-
etuur ter^ooraake voormeld, vervallen zijnde, en