Niek Zomerdijk venten op
Graft, begin jaren vijftig
ten. Als venter moest je
bij Zomerdijk - letterlijk en
figuurlijk - over een lange
adem beschikken, want het
ventgebied was behoorlijk
groot. Al snel werd er een
bakfiets aangeschaft. Zo
merdijk had deze speciaal
laten maken bij Huiberts in
Alkmaar. Nadeel was wel
dat deze helemaal van ijzer
was, dus loodzwaar. Voor de
ritjes binnen de dorpsgren-
zen was het allemaal wel
te doen, maar het rondje
Beemster, over de Westdijk,
de Hobrederweg en de
Wormerweg, viel ook in het
ventgebied. Op het Verloren
Eind, aan de Beemster-kant
van Spijkerboor, woonde de
brugwachter van draaibrug
26. Ook hij was klant, dus
'een Spijkerboortje' stond
ook een paar keer per week
op het programma. En dat
ging toen nog niet over geasfalteerde we
gen, zoals nu. Graftdijk was overigens net
een brug te ver, daar kwamen ze niet. Naast
de bakfiets was er nog een zgn. mandfiets. In
de beginjaren ging Zomerdijk hier meestal
zelf mee weg, en nam ome Niek de bakfiets.
Bakker zijn in een klein dorp met verschil
lende gezindten, was nog een hele opgave.
Waar kwam je In het kader van het 'verkeer
de' geloof wel en waar niet? Waar kwam je
vanwege de concurrentie de ene week wel
en de andere week weer niet? Zomerdijk
schreef het allemaal op in een uitgebreide
administratie, waar en passant ook de 'pof
fers'in werden bijgehouden.
Na de oorlog moest de houtgestookte oven
eraan geloven. Het massieve blokvuurvaste
steen werd achter in de tuin aan brokken
geslagen en verdween daar in een diep gat.
Men ging over op gas, en dat was er, met
een eigen gasfabriek, zat in De Rijp. Zomer
dijk was na de aansluiting meteen één van
de beste klanten. Ondanks dat er dus met
een gasoven gebakken werd, stond er op
zowel de bakfiets als de winkeldeur, 'Elec-
trische Bakkerij' geschreven. Kennelijk gaf
dat voor Zomerdijk de zaak net iets meer
cachet. Alle randapparatuur zoals de deeg
machine gingen inderdaad op stroom, dus
feitelijk was er geen woord aan gelogen.
28