Nieuwe bewoners en verbouwingen
Uit Alkmaar kwam ene Judocus
Schellinger, die geïnteresseerd bleek
in het huis. Dit was niet helemaal toe
vallig, want het heeft er alle schijn van
dat deze Schellinger getrouwd was
met een dochter van Hein Vredevoort,
de meesterknecht van Bek. Door deze
connectie zal hij ongetwijfeld voorken
nis hebben gehad en volgens de koopakte
was hij voor tweeduizend en zeshonderd
guldens de nieuwe eigenaar. Deze koek
bakker was kennelijk niet zo gecharmeerd
van hoe het er uitzag aan de Rechtestraat,
want in 1893 en 1894 is er sprake van 'af
braak en slooping'. Onbekend is of het hier
om het huis zelf ging of om een bijge
bouw. Waarschijnlijk het laatste, want toen
er zich in het jaar 1900 weer een nieuwe
(Hein) Vredevoort, die in zijn jonge ja
ren nog gestreden had in de tiendaagse
veldtocht in België, tegen koning Willem
I. Hij had daarvoor het Metalen Kruis 1830
gekregen en droeg dit ook. Van deze Vre
devoort is bekend dat hij de zgn. meester
knecht van Bek was, maar het is niet uit te
sluiten dat deze functieomschrijving ook
ruimte liet voor iets basaals als het bedie
nen van klanten in de wijnwinkel.
Het liep overigens niet goed af met het
Bek-imperium. Ze leefden boven hun
stand en dat brak ze tenslotte op. Door
leningen, en de daaruit voortvloeiende
schulden, verergerde de situatie alleen
maar. Uiteindelijk heeft het toenmalig
familiehoofd (het is onduidelijk wie dat
was), om aan alle ellende te ontkomen,
er zelf een eind aan gemaakt. In 1885
boden de weduwe van Cornells Jan
Bek en de weduwe van Jan Willem
Bek het huis te koop aan, waarna ze
vertrokken uit het dorp.
gegadigde aandiende, stond de stal niet
meer op de koopakte.
De nieuwe eigenaresse was Louise Pauw,
de vrouw van houthandelaar Pieter Nico-
laas Martinus Lafeber (1867-1950). Een man
van aanzien, een man met geld, en de re
den waarom hij het op haar naam heeft
gezet,zal waarschijnlijkeen belastingtech
nische zijn.
Lafeber trouwde zijn Louisa in mei 1900 in
De Bilt, maar er zijn veel aanwijzingen dat
hij al lang voor die tijd in De Rijp woonde.
Zo was hij in 1888 al bestuurslid van het
Rijper fanfare korps en in 1890 was hij lid
van de feestcommissie die vierde dat het
vijfenzeventig jaar geleden was dat Napo
leon de slag bij Waterloo verloor.
P.N.M. Lafeber
22