De vaste rangorde werd dus overal toege
past. Ook elders in de kerk van De Rijp, op
het grote allegorische raam van de 'Vrede
van Munster' ontwaren we dezelfde serie
stedenwapens, in klein formaat. Hier ver
schijnt het wapenschild van Alkmaar weer
centraal, boven het gekroonde, ovale wa
penschild met twee gouden leeuwen van
de schenkers. De wapens van de overige
steden zijn boven elkaar gerangschikt.
In de kerken van Edam en Schermerhorn
kunnen we vandaag de dag ook nog steeds
een zelfde serie wapenramen aanschou
wen, met het Alkmaarse raam pontificaal in
het midden.
bijzonder goedgeefs, wel gold hierbij stee
vast de voorwaarde, dat het Alkmaar-raam
in de kerk de belangrijkste plaats kreeg tus
sen die van andere steden van het Noorder
kwartier. Zo lezen we bijvoorbeeld in het
resolutieboek bij schenking van glazen
aan llpendam in 1657: Mits dat de stadt haer
rang wort geheten. Wanneer men niet aan
deze eis voldeed, dan werd de opdracht in
getrokken.
In De Rijp werd aldus het Alkmaarse wa
penraam op de belangrijkste plaats in het
midden, tussen de overige ramen van de
steden van het Noorderkwartier geplaatst.
Het raam van Hoorn volgde dan als tweede,
voor de toeschouwer
links van Alkmaar, en
het Enkhuizer raam
rechts van Alkmaar.
Daarna links van Hoorn
het wapenraam van
Edam, rechts van En
khuizen dat van Mon-
nickendam en geheel
links het geschonken
raam van Medemblik
en uiterst rechts uitein
delijk dat van de laatste
stemhebbende stad,
Purmerend
Het wapen van Alkmaar met de burcht,
vastgehouden door leeuwen.
1. Alkmaar
Enkhuizen
4.Edam
6. Medemblik
5. Monnickendam
7. Purmerend
De ramenverdeling in de apsis van de kerk.
Het wapen van Alkmaar
Naast de centrale plaats van het raam, valt
onze aandacht op de bijzondere bakstenen
tracering van het hoge, gotische venster. De
spitsboog is versierd met motieven van vis-
blazen, waarvan drie roterend binnen een
cirkel. Dit is uniek voor deze kerk.
Wat het meest opvalt, is echter het grote ge
brandschilderde stadswapen met de burcht
in het midden van het raam. Volgens J.C.M.
12