Mits dat de stadt haer rang wort gelaeten
ren (1662), Obdam (1664) en Warder (1671).
Hiervan bestaat alleen nog het glas in de
kerk van De Rijp, dat hij op jonge leeftijd
vervaardigde. De datering (1657) op het
raam is niet authentiek. Restaurateurs
hebben dit in de negentiende eeuw her
schreven. Het wapenraam van Enkhuizen
in de kerk van De Rijp is ook nogal eens
(o.a. door glazenier W. Bogtman) aan deze
glasschilder toegeschreven. Van Ruyven-
Zeman betwist dit echter.
Naast vroedschappen van Alkmaar en an
dere steden, waren diverse waterschapsbe
sturen ook belangrijke opdrachtgevers van
Sparreboom. Zo vervaardigde hij het hier
boven vermelde Hoogheemraadschaps-
raam in de Rijper kerk. Hij zou ookhet water-
schapsraam (1687) in de Oostzijderkerk van
Zaandam hebben geschilderd. Ten slotte
weten we dat Sparreboom niet uitsluitend
op glas schilderde. Hij beschilderde name
lijk in 1690, dus op gevorderde leeftijd, nog
vier ornamentale vakken van het houten
gewelf van de Grote Sint Laurenskerk in zijn
woonplaats. Hij ontving hiervoor honderd
gulden.
Het Alkmaarse wapenraam pronkt op een
prachtige plaats in de kerk van De Rijp, in het
midden van het koor tussen de glazen van
de zes andere steden van het Noorderkwar
tier. Dit had Alkmaar te danken aan haar sta
tus. Bij stemming in de Staten van Holland
mocht een vertegenwoordiger van deze
stad namelijk als eerste van het Noorder
kwartier zijn stem uitbrengen. Hierna volg
de Hoorn, daarna Enkhuizen, en verder na
elkaar in vaste volgorde: Edam, Monnicken-
dam, Medemblik en als laatste Purmerend.
Deze vaste hiërarchie speelde een grote rol
voor de vroedschap van Alkmaar, ook bij het
schenken van wapenramen. Want hoewel
11