Hoogheemraadschapsraam van de Uitwate-
rende Sluizen, Grote Kerk van De Rijp, Cornells
Janszn. Sparreboom, 1656.
Godswil'. Vijf maanden later, op 27 juni, wer
den collectes gehouden in de Grote Kerk en
de Kapelkerk, oftewel 'de groote en cleyne
kerke, voor de armen van de kerke in de Rijp,
mits haer groote desolatie door 't verbranden
van meest het dorp'. Daarna, op 15 augustus,
was het bestuur van Alkmaar bereid tot een
ruime bijdrage, tot opbouw 'van haer kerke
predicants, school, ende weeshuys'. Het nieu
we raam dat Alkmaar tevens voor de her
bouwde kerk schonk, was mogelijk bij dit
bedrag inbegrepen. Uit de stadsrekening
van 1657 blijkt dat voor dit raam 150 gulden
is betaald aan glasschilder Sparreboom. Een
zelfde bedrag ontving de glasschilder voor
het Hoogheemraadschapsraam van de Uit-
waterende Sluizen, dat hij ook vervaardigd
had voor de kerk van De Rijp. Mogelijk zijn
beide ramen in dezelfde periode tussen
1655 en 1657 geschilderd.
CORNELIS JANSZOON SPARREBOOM
Cornelis Janszoon Sparreboom, opvolger
en mogelijk leerling van Jan Mzn. Engels
man, werd op 26 april 1655 lid van het Alk-
maarse schildersgilde. Zijn geboortejaar
is onbekend. Zsuzsanna van Ruyven-Ze-
man, kunsthistorica gespecialiseerd in de
glaskunst, veronderstelt in haar onlangs
verschenen deel IV van Corpus Vitrearum,
over gebrandschilderd glas in Nederland
voor 1795, dat Sparreboom rond 1635-1637
werd geboren. Van Ruyven-Zeman nam
zijn biografische gegevens over uit publi
caties van C.W. Bruynvis, apotheker en de
eerste onbezoldigde archivaris van Alk
maar. Sparreboom huwde op 25 augustus
1658 Trijn Claesdochter, die 'hun reeds in
de vorige maand gedoopt kind op den
arm droeg'. Nadat hij weduwnaar gewor
den was, hertrouwde hij op 24 april 1689
met Ariaentje Jacobsdochter Haerlaey. Hij
overleed in Alkmaar op 13 juni 1713.
De vroedschap van Alkmaar was zijn be
langrijkste opdrachtgever. Hij vervaar
digde, soms met assistentie van Outger
Janszoon, Alkmaarse wapenramen voor
De Rijp, Schermer, het huidige Stompeto-
10