K
De aanpakverschilde of men te maken had
met een vaarpolder of een polder waar de
stukken land grensden aan de openbare
weg. In de Krommeniër Woudpolder, een
aan de Starnmeer grenzende vaarpolder
waar men in 1961 begon, werd een lang
smalspoor aangelegd. Deze liep van de
(huidige) Provinciale weg Zaandam - Uit
geest naar de Markervaart, aan - van hier
uit gezien - de overkant van Markenbin-
nen.
In Krommeniedijk kwam een hijsinstallatie
te staan waar de vrachtwagens werden ge
lost en materieel werd overgeladen op lor
ries. Via noodbruggen werden materialen
naar de bouwplaats vervoerd, en speciaal
aangepaste lorries zorgden ervoor dat er
geen betonmixers het land in hoefden.
Nog hetzelfde jaar werd het funderings
werk aan die kant afgerond en kon het fei
telijke mastenbouwen beginnen. Hiervoor
Klimmen zonder valbeveiliging,
was niet meer dan normaal
was weer een ander bedrijf verantwoor
delijk. Het maken van de fundering ging
veel sneller dan de opbouw van zo'n mast,
daarom kon men voor de masten geen
gebruik maken van dezelfde logistieke
middelen. Dit werd opgelost door boeren
met koeienpramen te mobiliseren voor de
aanvoer van deze materialen.
In de Starnmeer, de volgende polder in het
rijtje, was het bijna van hetzelfde laken een
pak. Ook hier een smalspoor, maar omdat
dit geen vaarpolder was, zal de aanvoer
van het mastmateriaal een stuk eenvoudi
ger zijn geweest.
Kennelijk was het 'ruig volk', die masten,
bouwers. Er gaan verhalen dat ze vaak tot
diep in de nacht in Café'De Marken'in Mar-
kenbinnen zaten, om vervolgens de vol
gende dag weer op veertig meter boven
de grond op een traverse te balanceren.
Tien masten en drieëneenhalve kilometer
verder stuitte men op het Noord-Hollands
kanaal. Zoals eerder beschreven stonden
daar al masten. Vier stuks.Twee die het ka
naal overspanden, en aan elke kant een zo
genaamde afspanmast. Dit viertal stamde
echter uit het al eerder genoemde jaar 1923
en werden niet goed genoeg bevonden
voor het nieuwe tracé. Dus ook hier - in het
laatste deel van het tracé - nieuwe masten
Het transformatorstation Oterleek, dat
in de jaren vijftig verschillende keren
was getroffen door brand (waardoor een
groot deel van Noord-Holland in het don
ker kwam te zitten), kwam in zijn huidige
vorm in het begin van de jaren zestig ge
reed.
In de Schermer bouwde men ondertus
sen door. Ook hier weer op de inmiddels
beproefde smalspoor-methode. Het spoor
werd aangelegd vanaf de Laanweg en
vanaf de Driehuizerweg, zodat men bij
geen enkele boer met zwaar materieel
over het erf hoefde. De oude 50 Kv lijn